Gepubliceerd op - Naomi Labis

De Lagasnerie , Eribon, Louis: vriendschap begint met drie

Hoe ga je van vrienden hebben naar een vriend zijn? Voor Geoffroy de Lagasnerie , Didier Eribon en Édouard Louis is dit meer dan een stijlfiguur en de Franse taal heeft geen bijvoeglijk naamwoord zoals het Nederlandse ‘bevriend’. “Hoe zeg ik dat in het Frans? Je suis 'ami-reux' d’Édouard Louis?”, grapt Geoffroy de Lagasnerie voor een bomvolle Henry Le Boeuf-zaal. Een terugblik op een gedenkwaardige ontmoeting die ons seizoen 2024-2025 perfect heeft ingezet.

Wat vriendschap onderscheidt van liefde, is een vorm van onvoorwaardelijke vrijheid, volgens Geoffroy de Lagasnerie . Liefde, zoals die ontluikt binnen een traditionele amoureuze relatie, ziet de buitenwereld als een bedreiging voor het koppel. ‘Waar is mijn partner, met wie heeft hij afgesproken en waarom komt hij zo laat thuis?’ . Stuk voor stuk vragen die rondspoken in een verliefd hoofd. Vriendschap daarentegen is naar buiten gericht en hunkert naar nieuwe verbindingen. Ze gaat zelden gepaard met jaloezie, bezitsdrang of achterdocht. Vriendschap bevrijdt ons van de beperkingen van de huiselijke haard en wil niets liever dan dat we uitgaan, tot in vroege uurtjes op kroegentocht op zoek naar nieuwe uitverkorenen.   

Zo schetst het trio een beeld van vriendschap als een wereld waar emotionele relaties opnieuw vorm krijgen: door de relaties in ons leven om te vormen tot vriendschapsbanden, kunnen we ze soms redden.  

Vanuit het politieke en sociologische oogpunt van Geoffroy de Lagasnerie is het die vrijheid die van vriendschap een soort ‘onafhankelijkheidsverklaring tegenover sociale instellingen en hun conventionele model van geluk’ maakt. Vriendschap wordt zo een emotioneel anarchisme;  ze vormt  ‘een cirkel waarin we ons verzetten tegen de vijandigheid van de sociale wereld’. Ze verwerpt de exclusiviteit van het koppel en daarmee de cultuur van binariteit die ten grondslag ligt aan die sociale wereld. “Vriendschap is precies het tegenovergestelde van twee. Vriendschap begint met drie.”   

“Vriendschap als een manier van leven betekent dat je je leven ziet als een leven van ontmoetingen, waarin alles draait rond de ontmoeting met de andere.”
- Geoffroy De Lagasnerie

Vriendschap als een manier van leven, gecombineerd met een gezinsleven, daar past het trio maar al te graag voor. “Wij drieën zijn een antifamilie.” Maar hoe wordt vriendschap echt een manier van leven? Het antwoord van het trio is relationaliteit. Deze vorm van vriendschap vraagt om een herconfiguratie van ons bestaan, waarbij ons leven niet langer gefocust is op het eigen ik, maar op de band met de andere. Vriendschap wordt een omschakeling, in gang gezet door het collectief, waarbij het individu omgevormd wordt in een wezenlijk relationeel wezen. “Als Édouard instort, stort ik ook in”, geeft Geoffroy de Lagasnerie als voorbeeld. Die nieuwe manier van leven is gebaseerd op veeleisende en diep ethische praktijken, zoals vrijgevigheid en openheid naar anderen. 

Een kanttekening bij klasseoverlopers  

Édouard Louis doet ons even stilstaan bij de situatie van klasseoverlopers, terwijl Didier Eribon ons eraan herinnert dat deze reis een aaneenschakeling van breuken is, ook op emotioneel vlak. Édouard Louis wijst erop dat de kwestie van relationaliteit – met wie je samenwoont, je bed deelt of een relatie hebt – diep geworteld is in de politiek. Het geweld van de sociale wereld doet de overloper breuken oplopen die niet alleen persoonlijk zijn, maar ook sociologisch, zelfs op het gebied van intieme relaties. “Wanneer je een klasseoverloper wordt, zijn het niet alleen je gevoelens over je achtergrond die veranderen; ook je vermogen om te voelen verandert. Je subjectiviteit wijzigt. Je wordt een vreemdeling in je eigen omgeving, niet in staat om dezelfde taal te spreken als de mensen met wie je bent opgegroeid.”  

Het trio benadrukt dat intimiteit veel verder gaat dan seksualiteit en dat relationaliteit - diep politiek dus - een veel grotere subversieve kracht heeft. Toen het homohuwelijk werd gelegaliseerd, was het niet de seksuele relatie tussen twee mannen achter gesloten deuren waar extreemrechts in Frankrijk zich zo druk over maakte. Wel over de mogelijkheid om te trouwen en die kleine gebaren van tederheid te tonen in het openbaar.  

"De literatuur heeft vaak de subjectieve breuken verteld (liefdesverdriet, rouw, verraad...). Ik probeer de objectieve breuken te verwoorden, op een bepaalde manier sociologisch." 
- Édouard Louis

Volgens onze gasten schrijft de schrijver die volgens de vriendschap leeft niet langer om erkend te worden, maar om anderen te ontmoeten. Geoffroy had het ons al verteld: vriendschap als een manier van leven biedt een vorm van bevrijding, zodat de schrijver niet langer gebonden is aan de kaders die de literatuur oplegt. “Zo kunnen wij drieën werken schrijven die de grenzen van literaire registers en genres doen vervagen.”   Journalist Pascal Claude, moderator van de discussie, wijst er echter op dat we ook schrijven om gelezen te worden. Is niet elke publicatie uiteindelijk op zoek naar erkenning door de recensenten? Édouard antwoordt met een ontwapenende openhartigheid: 

“Veel schrijvers dromen van een literaire prijs. Ik vind dat een schande. Want dat is alsof je je werk voorlegt aan een rechtbank waarvan je de legitimiteit niet erkent.” In plaats van de juryleden voert ons trio opnieuw de figuur van de Vriend op. Terwijl de literaire en academische wereld erop hamert dat een beoordeling enkel objectief en oprecht kan zijn als die gebaseerd is op een kille afstand tot het beoordeelde werk, beweert het trio dat “de waarheid een zekere affectiviteit vereist”. De meest eerlijke en oprechte kritiek komt van een Vriend die jou kent, omdat de morele vereiste van de vriendschap vraagt om oprechtheid. Het oordeel van een vriend is kritisch maar grootmoedig, want  een vriend, merkt Didier op, is iemand die wil dat de andere het beste van zichzelf geeft. En dat weten ze allebei.  

Binnen die wereld van de vriendschap die hen bindt, zet het trio ons aan om het traditionele beeld van de schrijver opnieuw te bekijken en te deconstrueren. Een schrijver is geen gekwelde ziel die zijn avonden alleen voor de open haard doorbrengt met een pijp en in een versleten trui. Schrijver zijn, dat is door de stad zwerven op zoek naar nieuwe inspiratie, dat is in een opwelling je koffers pakken als je daar zin in hebt, dat is gesprekken aanknopen met de stamgasten in het café om de hoek, dat is lachen, uitgaan, de kou trotseren om elke ochtend warme croissants te gaan halen.  

1, 2, 3 ... polyfonie  

Tijdens deze ontmoeting kwamen drie verschillende stemmen aan het woord, die vriendschap elk vanuit een andere invalshoek bekijken: sociologie, literatuur en persoonlijke ervaring. Polyfonie, de benadering die Bozar heeft gekozen onder de artistieke leiding van Christophe Slagmuylder, is misschien ook dit: niet alleen de ontmoeting van artistieke genres en stemmen, maar ook de benadrukking van de stemmen van auteurs die we proberen te verenigen onder de noemer ‘koppel’ of ‘trio’.  

Met een knipoog hebben Didier Eribon, Geoffroy de Lagasnerie en Édouard Louis onze twee thema’s van het seizoen ter discussie gesteld/gedeconstrueerd:  liefde en artistieke koppels.   

Didier Eribon herinnert ons eraan dat “Sartre en Beauvoir meer waren dan alleen Sartre en Beauvoir”. Ze waren ook Madeleine Gobeil-Noël, Claude Lanzmann, Camus voor een tijdje, en nog anderen. De grote scheppers werkten niet alleen. De artistieke en literaire koppels die hun stempel op hun discipline hebben gedrukt, kunnen niet los worden gezien van de constellatie van denkers die zich in kringen rond hen bewogen en hun werk hebben geïnspireerd.   

Het trio heeft ons over vriendschap verteld en, beter nog, die ook getoond.  

Misschien is dat waar vriendschap om draait: die tederheid die voelbaar is in het publiek wanneer Geoffroy een krop in de keel krijgt en hij zijn toevlucht zoekt in de glimlach van Édouard Louis. Bevriend zijn, dat is Édouard die zegt: “Deze anekdote brengt Geoffroy altijd aan het huilen, dus ik ga ze voor hem afmaken.” Ook Didier legt een hand op de schouder van Geoffroy, een gebaar dat eerder lijkt te zeggen ‘ik ben er voor je’ dan ‘verman je’. Of het moment waarop Didier begint te lezen en Édouard het podium opkomt om de microfoon bij te stellen. Bij het zien van onze verbaasde blikken zegt hij met een glimlach: “Ik had hem beloofd dat ik dit zou doen.” Tijdens deze scènes konden wij, als 1800 stille getuigen, een glimp opvangen van de diepe intieme band tussen onze gasten en de realiteit van deze vriendschap als een manier van leven.  

We gingen de imposante Henry Le Boeuf-zaal binnen om Geoffroy de Lagasnerie, Didier Eribon en Édouard Louis te ontmoeten. We kwamen buiten en kenden Geoffroy, Didier en Édouard. Het ‘koninklijke trio van de hedendaagse Franse literatuur’ heeft ons in de ban gehouden met een zeer informeel, diep intiem en warm gesprek, ondanks het eindeloze applaus waarmee ze op het podium werden begroet.  

We verlieten Bozar met de betoverende indruk dat we niet geluisterd hadden naar schrijvers die vrienden zijn geworden, maar gewoon naar vrienden die samen schrijven.