Gepubliceerd op

Liefde is luider... Dan wat?

Een edito van Christophe Slagmuylder.

Liefde brengt mensen bij elkaar, zowel privé als sociaal. Tijdens de Summer of Love (1967), Mei '68 en de Bed-In for Peace van John Lennon en Yoko Ono werd het intieme publiek, het persoonlijke politiek. 

Studenten en kunstenaars gingen samen in het geweer tegen de Vietnamoorlog. Ze begrepen als geen ander de slagkracht van woord en beeld. Iconisch werd de foto van Caroline De Bendern die in het magazine Paris Match verscheen. Op 13 mei 1968 liep het Britse model samen met de kunstenaar Jean-Jacques Lebel in Parijs mee op in een betoging richting de Place de Bastille. Ze had pijn in haar voeten, werd op de schouders van Lebel gehesen en kreeg een Vietnamese vlag in handen gestopt. Omringd door camera’s nam ze zelfbewust een strijdbare pose aan. De fotograaf Jean-Pierre Rey sloeg op het beslissende moment toe. De gelijkenis met het schilderij La liberté guidant le peuple (1830) van Eugène Delacroix deed de rest. Caroline werd de Marianne van Mei 68. Ze duikt ook op achter een groep vrijgevochten naakte vrouwen in Le joli mois de mai (1967), het pop art-kunstwerk van Evelyne Axell dat op de affiche prijkt van onze tentoonstelling Love is Louder. De politieke revolutie, de seksuele revolutie en het feminisme gingen hand in hand. 

Vandaag woeden er weer oorlogen aan de grenzen van Europa. Waarden en rechten staan onder druk. Mensen worden gediscrimineerd op basis van gender en seksuele voorkeur. De liefdesstrijd is verre van gestreden. Love is Louder bekijkt de liefde tussen geliefden, verwanten, vrienden en gemeenschappen door de ogen van 80 kunstenaars. Sam Durant zag de slogan op een bordje tijdens een betoging. Het bleek de geknipte titel voor onze expo. Liefde is luider... Dan wat? Sluit je de komende weken aan bij tal van kunstenaars – in woord, beeld, dans én muziek - en beantwoord zelf de vraag.