Gepubliceerd op - Pascal Claude

Vriendschap als toevluchtsoord

De vriendschap van Geoffroy de Lagasnerie, Didier Eribon en Édouard Louis is vervlochten met hun levenswandel. Meer nog: ze geeft de maat aan van hun schrijverschap en zet conventies op hun kop. Van ’s morgens tot ’s avonds. Vriendschap boven alles, als ‘beschikbaarheidsethos’. Bovendien is de vriendschapsband van de drie allesbehalve een persoonlijke affaire.

Wie op 24 december inlogt op Instagram – om even te ontsnappen aan een hoogoplopende discussie aan de feestdis, bijvoorbeeld – zal zien dat Geoffroy de Lagasnerie, Didier Eribon en Édouard Louis de avond samen doorbrengen. Misschien benijd je hen, want ze breken uit het traditionele familiehokje. De drie genieten volop van hun vriendschap – een vriendschap ‘à trois’ die sinds 2011 standhoudt en zich ook aftekent in hun boeken. 

“We hebben de boeken geschreven die we hebben geschreven omdat onze relatie bestaat”, tekent Geoffroy de Lagasnerie in 2023 op in 3, een tekst waarin hij zich niet alleen verdiept in de vriendschap als levenswijze, maar er ook de lof van zingt. De drie nemen de vriendschap – laat dat duidelijk zijn – erg serieus. Van ’s morgens tot ’s avonds, dus. Of, welja, misschien veeleer van ’s middags tot in het holst van de nacht. (Ze stoppen het niet weg: ’s morgens zijn ze niet van de partij.)  

VRIENDSCHAP ALS KOPPELTEKEN 

“Zie het zo: vrienden zijn prioritair, al de rest moet ervoor wijken”, aldus De Lagasnerie, die het heeft over een ‘beschikbaarheidsethos’. Een ethos die niet louter een theoretisch concept is, maar een voortdurende praktijk. Dat bevestigt ook Édouard Louis, de jongste van het drietal, in zijn recente boek Monique s’évade. Wanneer de schrijver zijn moeder vanuit Athene aanraadt om te breken met de drankverslaafde en gewelddadige man met wie ze samenwoont, springt Didier in de bres. Hij staat meteen klaar – “natuurlijk, vanzelfsprekend” – om Monique te helpen ontsnappen. Didier vindt ook de juiste woorden om de moeder van Édouard Louis te troosten: “Je bent moedig. Vluchten is altijd moeilijk. Ik bewonder jou.” 

Didier, dat is de grote socioloog en filosoof Didier Eribon, schrijver van de bestseller Terug naar Reims. Ik noemde hem niet bij zijn familienaam. Niet om onbeleefd te zijn of vertrouwelijk te doen – dat zou ik iet durven – maar omdat dat hun vriendschap het best weerspiegelt. Didier, Édouard, Geoffroy: die drie voornamen komen steeds terug in zowel hun boeken als hun posts op sociale media. 

Ze laten voortdurend elkaars naam vallen. Ze halen elkaar aan. Hun vriendschap bestaat echt. 

Nee, die vriendschap is geen fictie. Ik heb ze gezien. In het echt. In een gebaar. In een paar woorden. Ik had Édouard en Geoffroy – zonder achternaam, dus – te gast in mijn radio-uitzending (Dans quel Monde on vit, La Première, RTBF, 2018). Geoffroy praatte erg snel. Zijn gedachtegang was moeilijk te volgen. Dat besefte Édouard. Hij probeerde het hem duidelijk te maken met een subtiel handgebaar, als van een orkestleider. Het tempo nam af. De gedachten klaarden op. Na de uitzending vlug nog een foto. Daarna zag ik hen meteen op hun telefoon tokkelen. De derde voornaam viel. Didier wilde weten hoe het gegaan was. 

DE COLLECTIEVE ‘IK’ 

Deze vriendschap is dus geen fictie. Met fictie laten ze zich trouwens ook niet in. In hun teksten eigenen ze zich alle drie de werkelijkheid toe, om ze te beschrijven, te bestrijden, onder de aandacht te brengen of in concepten om te zetten. Elk in zijn eigen stijl en vanuit zijn eigen benadering, ervaringen, emoties, … Maar nooit zonder eerst met de twee anderen van gedachten te wisselen. “Ik” wordt ook “wij”. En in hun publicaties leidt het “ik” naar het meervoud, naar het collectief. Het staat ten dienste van de anderen. 

De drie vrienden willen mensen helpen hun machteloosheid te overwinnen. (“Als ik de huidige politieke toestand en de manier waarop we die ervaren in één woord zou moeten omschrijven, dan zou ik voor het concept van de machteloosheid kiezen,” aldus De Lagasnerie.) Hun schrijven is een politieke daad, een proces waarmee ze de systemen van onderdrukking blootleggen.  

Alle drie besteden ze behoorlijk wat aandacht aan de sociologie. Didier Eribon was goed bevriend met Pierre Bourdieu. Hij bestempelde zijn kennismaking met de socioloog in 1979 als “vriendschap op het eerste gezicht”. De vriendschap is duidelijk nooit ver weg. Bourdieu was overigens de man die bovenal heeft aangetoond dat onze voorkeuren en levensstijlen bepaald worden door onze maatschappelijke positie. Ze komen dus niet voort uit een persoonlijke keuze. 

In 2013 heeft Édouard Louis zijn eerste werk – hij was toen pas 21 – gewijd aan de socioloog: Pierre Bourdieu: weerspannigheid als erfenis. En kijk eens aan, de titel van het eerste boek van Geoffroy de Lagasnerie luidt L’Empire de l’université. Sur Bourdieu, les intellectuels et le journalisme

De drie schrijvers willen ontsnappen uit de voortdurende psychologisering van feiten en menselijke gebaren. Wat ons overkomt, is verre van een persoonlijke zaak. “Om het met Adorno te zeggen, wie we zijn mogen we nooit verwarren met wat de maatschappij van ons heeft gemaakt”, geeft De Lagasnerie aan in 3. En lees zeker ook wat Didier Eribon te zeggen heeft over de psychoanalyse, die hij maar triest en arrogant vindt. Op de achterflap van zijn essay Het vonnis van de samenleving uit 2013 bijvoorbeeld: “De samenleving kent ons een positie toe. Ze spreekt vonnissen uit die ons overvallen en ons leven voorgoed bepalen. Ze trekt grenzen en creëert hiërarchieën tussen individuen en groepen.” Kortom, volgens het trio moeten we putten uit de gereedschapskoffer (en de concepten) van de sociologie om een zo afdoend mogelijk antwoord te vinden op de intimiderende vraag: “Wie ben ik?”  

POLITIEKE STRIJD 

En zij? Wie zijn zij naast (of door) hun vriendschap? Sociologisch hebben Didier en Édouard hun sociale klasse ontvlucht. Ze zijn afgedwaald van hun toegewezen plaats. Tien jaar geleden deed Édouard Louis in Weg met Eddy Bellegueule het verhaal van zijn (over)leven in een dorp in het noorden van Frankrijk waar hij zijn eerste levensjaren doorbracht. Hij was er het slachtoffer van ondraaglijk homofoob geweld. Uiteindelijk is hij er gevlucht. Hij had geen andere keuze. Hij was in gevaar. 

“De ene klasse inruilen voor de andere, dat is geen verraad, maar een kwestie van overleven”, liet hij onlangs optekenen in de krant Libération. Terug naar Reims van Didier Eribon heeft hem de ogen geopend voor wat er zich in zijn binnenste afspeelde: een gevoel van schaamte. De socioloog, geboren in 1953, heeft het in zijn boek over de wereld van de arbeiders waarin hij is opgegroeid. Over zijn gezin. En over de weg die hij heeft afgelegd om zich aan zijn klasse te ontworstelen. Het boek is op dat vlak een referentie. Net zoals in de teksten van Louis lopen het intieme en het sociologische samen. Ze onthullen elkaar. 

Geoffroy de Lagasnerie, geboren in 1981, komt uit een meer bevoorrecht milieu. Hij weidt nooit lang uit over zijn gezinsleven, maar hij wijdt wel een deel van zijn werk aan de mensen (en klassen) die overheerst worden. Zo schreef hij samen met Assa Traoré in 2019 Le Combat Adama. Assa Traoré is de zus van Adama Traoré, die in 2016 na een arrestatie hardhandig werd aangepakt door drie gendarmes en overleed. De Lagasnerie gaat dieper in op het politiegeweld in de volkse wijken. Hij probeert ook uit te leggen waarom de jongens er op de loop gaan voor de ordehandhavers: “De vlucht is de politieke uiting van hun verhouding tot de instellingen, die als een dreiging worden ervaren, en de werking ervan.” 

De vlucht, de ontsnappingen, van Adama, van Monique, van Édouard, van Didier. Hoor hoe hun teksten resoneren. De vlucht, en vervolgens de vriendschap als toevluchtsoord. Een toevluchtsoord dat – bovenal – toegang geeft tot anderen. Buiten jezelf om. De vriendschap die de deur openzet voor de strijd, het gevecht. In de woorden van De Lagasnerie: “Afstand nemen van de wereld om hem beter te kunnen hervormen, onderwerpen en ontregelen, dat zou wel eens de politieke formule kunnen zijn van de vriendschap als praktische utopie die werkelijkheid wordt.” Wat zouden je vrienden daarvan zeggen? 

Pascal Claude

Op 17 september openen de drie vrienden op vraag van Bozar het nieuwe seizoen met een gezamenlijke tekst in de Henry Le Bœufzaal.