Gepubliceerd op - Luc Vermeulen

7 clichés over klassieke concerten onder de loep

Nog nooit een klassiek concert bijgewoond, maar voel je het toch kriebelen? Dan geven we je graag een duwtje in de rug om deze fascinerende, soms ietwat intimiderende wereld te ontdekken. We nemen enkele clichés op de korrel.

1. Klassieke muziek is duur.

Akkoord, soms val je achterover van de ticketprijzen, maar er liggen gelukkig genoeg deals voor het grijpen. Er bestaan verschillende ticketcategorieën en voordelige formules: Ben je jonger dan 30 jaar? Dan geniet je verschillende voordelen. Zo krijg je 50 % korting op de aankoop van je ticket. Of kom 30 minuten vóór aanvang van het concert en scoor met een beetje geluk nog een (misschien wel uitstekende) zitplaats voor amper 10 euro. 

2. Je moet er iets van kennen.

Klassieke muziek is een wereld apart en bovendien bijzonder divers. Het verschil tussen een werk van Igor Stravinski en middeleeuwse muziek is net zo groot als de kloof tussen Black Sabbath en De Romeo’s. In 1000 jaar tijd is muziek enorm sterk geëvolueerd. Vertrouw in je concertkeuze dus op wat je kent. Hou je van pianoklanken? Kies dan voor een pianorecital. Is Mozart helemaal jouw ding? Dan kies je toch gewoon voor Mozart! Beluister ook een van de playlists van Bozar om inspiratie op te doen. 

We hebben te lang de idee gecultiveerd dat klassieke muziek iets exclusiefs is en dat je er niets van kan begrijpen, als je geen noten hebt gestudeerd. Dat is verkeerd. Je moet niet kunnen koken om lekker eten te waarderen.
- Dirigent Yannick Nézet-Séguin

3. Een concert is veel te langdradig.

Niets houdt je tegen om even weg te dromen tijdens het concert. Laat je meeslepen door de muziek. Ook dat is een vorm van luisteren. Scherp je gehoor beetje bij beetje, en vóór je het weet, haal je plezier uit je nieuwe manier van luisteren. Voor de vroege vogels is Concert Croissant op zondagochtend dan weer een aanrader. Pik voordien een ontbijt mee in Bozar Café Victor en trek je cultuuruitje zo op gang.   

Bozar Café Victor © Inneke Gebruers

4. Je moet de dresscode volgen.

Sommigen dossen zich graag keurig uit voor een concert, maar een dresscode staat nergens neergeschreven. Kom dus gewoon in de outfit waarin je naar de bakker of op café gaat. Wie speciaal voor de gelegenheid zijn das boven wil halen, mag dat natuurlijk ook. 

5. Sssst. Je moet stil zijn!

Stilte in de zaal hoort er nu eenmaal bij. Zo hoort iedereen de muziek optimaal. De muziek wordt doorgaans immers niet versterkt, en de akoestiek in onze concertzalen is namelijk zo goed dat je er élk geluidje hoort (zoals het geritsel van een zakje snoep, een uurwerk dat piept of een BeReal melding).  

6. Je moet weten wanneer je mag applaudisseren.

Meestal wordt er alleen aan het einde van een werk geapplaudisseerd. Alleen bestaat een werk soms uit meerdere delen die elk een vijftal tot tientallen minuten kan duren. Een kleine tip om je een gênant moment te besparen: wacht tot een groot deel van de zaal applaudisseert voordat je zelf begint. Eenmaal het concert ten einde is, houdt het applaudisseren haast niet meer op. De solisten en de dirigent verlaten het podium, keren terug, verdwijnen opnieuw, komen weer tevoorschijn ... Met een beetje geluk spelen de muzikanten nog een bisnummer. 

7. Hoesten is verplicht.

Terwijl een applaus uitblijft, wordt de stilte soms doorbroken door een golf van kuchjes en hoestjes. Voel je een kriebeltje opkomen? Bij de vestiaire zijn er gratis keelpastilles te verkrijgen. Een andere techniek bestaat erin te hoesten wanneer het orkest een climax bereikt. Best een beetje riskant, tenzij je de partituur goed kent. Maar oefening baart kunst. 

Hebben we je nieuwsgierigheid geprikkeld? Maak dan snel je keuze uit de volgende concerten voor een eerste ervaring: