Gepubliceerd op - Klaas Coulembier

Gustav en Alma Mahler

“Meinem lieben Almscherl, der trauen und tapfern Begleiterin auf allen meinen Wegen.”

Klaas Coulembier schreef dit artikel voor Bozar, naar aanleiding van de reeks Mahler: de symfonieën van Belgian National Orchestra, de Munt en Bozar.

 

"Aan mijn lieve Almscherl, de trouwe en dappere metgezel op al mijn wegen."

Dit pent Gustav Mahler in 1903 neer op het schutblad van zijn Vijfde Symfonie. Hij beleeft de gelukkigste tijd in zijn huwelijk, dat pas twee jaar eerder was voltrokken met de jonge en ravissante Alma Schindler, dochter van een gerespecteerd landschapsschilder en een zangeres. Ook op professioneel vlak scheert hij hoge toppen. Sinds 1897 is hij directeur van de Wiener Hofoper, waar hij tal van vernieuwingen doorvoert (lees ook het essay van Eline Hadermann). Hij is een figuur van aanzien en wisselt die carrière af met creatieve componeerperiodes in de luwere zomermaanden.

Alma Schindler: componiste, muze, femme fatale? 

Gustav was niet Alma’s eerste liefde, en hij zou ook niet haar laatste levensgezel zijn. Na een korte en door Alma’s moeder streng veroordeelde amoureuze ontmoeting met Gustav Klimt was het componist Alexander von Zemlinsky over wie Alma voor het eerst met liefde en verlangen in haar dagboek schreef. Zemlinsky, die ook Arnold Schönberg tot zijn leerlingen mocht rekenen, was een jonge en getalenteerde musicus in Wenen. De relatie tussen Alma en Alex, zoals ze hem aanspreekt in haar brieven, was niet zonder problemen. De lage afkomst van Zemlinsky (en zijn voorkomen) maakte hem geen ideale partij voor Alma, die toen al een zekere publieke status genoot. Toen ze in 1902 de flamboyante en gereputeerde Gustav Mahler leerde kennen, stond ze voor een moeilijke keuze. In haar brieven en dagboeken lezen we hoe ze beide mannen tegen elkaar afweegt en zich afvraagt of een huwelijk met Gustav Mahler haar hetzelfde zou geven als met Zemlinksy. Uiteindelijk kiest ze voor Mahler, en hiermee neemt haar carrière als componist een cruciale wending. Waar Zemlinksy haar muziek bewonderde en aanprees, toonde Mahler immers slechts matige interesse in haar liederen en kamermuziek.

Toen Gustav Mahler zijn verloofde in een beroemd geworden brief liet blijken dat er binnen hun huwelijk maar plaats zou zijn voor één componist – en het is evident wie van hen dat zou zijn – stond Alma voor een heldere keuze. Ze kon haar artistieke aspiraties volgen en het huwelijk afwijzen, of ze koos voor Gustav Mahler en een leven ten dienste van zijn muziek. Die laatste optie betekende echter niet dat ze een leven in de schaduw moest leiden, enkel toegewijd aan de huishoudelijke zorgen die in die tijd per definitie bij de vrouw terecht kwamen. Door in te stemmen met het huwelijk ruilde ze een (voor vrouwen) onzekere toekomst als componiste in voor de rol van muze en beschermvrouw van de kunsten. Binnen de sociale context van het vroeg 20ste-eeuwse Wenen kon ze in die rol misschien zelfs meer betekenen dan ze had kunnen doen als componiste. 

Doorheen haar woelige leven zou Alma meer dan één kunstenaar inspireren. Als we door de sappige details (zowel in haar eigen memoires als in de talloze beschrijvingen van haar leven) heen kijken, zien we een charismatische vrouw die kunstzinnige mannen in de ban kon houden. Nog tijdens haar huwelijk met Mahler had ze een verhouding met architect Walter Gropius. Die affaire was één van de zware tegenslagen die Mahler tekenden in de laatste jaren van zijn leven, naast het verlies van zijn dochter en de diagnose van een ernstige hartkwaal. Het was ook na die affaire dat Mahler zijn eerdere standpunt over haar activiteiten als componist wat bijstelde en toch hielp bij de publicatie van enkele liederen. Volgens de verhalen kwam hij na een consultatie bij niemand minder dan Sigmund Freud tot het inzicht dat hij de artistieke praktijk van Alma maar beter kon ondersteunen, wilde hij zijn vrouw opnieuw helemaal voor hem winnen. In 2010 maakten Felix en Percy Adlon een film op basis van dit verhaal.

Cover van de publicatie van Vier Lieder in 1910. De cover is ontworpen door Oskar Kokoschka, die na zijn stukgelopen relatie met Alma een bijzondere pop liet maken. 

Na Mahlers overlijden had Alma een passionele maar ook turbulente relatie met kunstenaar Oskar Kokoschka. Meer dan vierhonderd liefdesbrieven getuigen van een haast obsessionele liefdesrelatie maar vooral ook een grote jaloezie van zijn kant. Toen ze hem verliet omdat de relatie na drie jaar onhoudbaar was geworden voor haar, liet hij een levensgrote pop maken naar haar beeltenis, die hij aanvankelijk adoreerde alsof het Alma zelf was. Uiteindelijk zou hij de pop in een moment van waanzin vernielen.

Daarna trouwde ze met haar eerdere liefde Walter Gropius om na vijf jaar opnieuw te scheiden. Haar laatste en langste huwelijk was met schrijver Franz Werfel, wiens familienaam ze samen met die van Mahler zou blijven dragen. Hoewel hun huwelijk al snel vrij koel en zakelijk werd, vertrok ze toch samen met hem naar de Verenigde Staten in 1938. De Anschluss van Oostenrijk bij Duitsland en de toenemende invloed van het nazisme maakte het voor hen, net zoals voor veel Europeanen, te gevaarlijk om te blijven. Franz Werfel stierf in 1945 in Beverly Hills, Alma leefde nog bijna twintig jaar als weduwe in de VS tot ze in 1964 stierf in New York. Ze werd 85.

Alma’s nalatenschap en ‘The Alma Problem’ 

Omdat ze het zelf niet zo nauw nam met de historische correctheid en heel wat originele brieven en documenten vernietigde of aanpaste, blijft er altijd een waas van mysterie hangen rond haar persoon. In de musicologie spreekt men van ‘The Alma Problem’: het feit dat haar biografie en de vele verhalen rond haar geliefden sterk gebaseerd zijn op één subjectieve en weinig betrouwbare bron. Dat brengt vaak tegenstrijdigheden met zich mee. Wat haar levensverhaal nog complexer maakt, is het feit dat ze eigenlijk antisemitische ideeën had, maar wel met verschillende joodse mannen samen was doorheen haar leven. Wat vaststaat is dat ze niemand onberoerd liet, en dat ze tot op vandaag mensen blijft intrigeren, zoals blijkt uit bovenvermelde film. Een willekeurig ander voorbeeld is deze tekening van Andrew Crust, een dirigent/kunstenaar die via zijn Instagramkanaal “@stick.and.brush” werken deelt met een culturele en vaak muzikale insteek. 

En wat met de muziek van Alma? Die wordt de laatste decennia geleidelijk aan herontdekt. We weten dat ze meer dan 100 liederen en enkele orkestwerken componeerde. Ze begon ook aan een opera, haar ultieme droom als jonge componiste, maar zou die nooit kunnen afwerken. De meeste partituren vernietigde ze zelf, of ze gingen verloren in het tumult van de Tweede Wereldoorlog. Wat overblijft zijn zeventien innemende liederen die qua stijl helemaal niets te maken hebben met de muziek van haar echtgenoot. Ze hield immers helemaal niet van Mahlers muziek, en voelde veel meer aansluiting bij de esthetiek van Brahms, Zemlinsky, en haar grootste idool Richard Wagner.

Sopraan Elise Caluwaerts nam vorig jaar de zeventien liederen van Alma Mahler op in de Henry Le Boeufzaal in Bozar.

Mahlers Vijfde: een symfonie doordrenkt van huwelijksgeluk? 

De eerste tonen van de Vijfde Symfonie klinken niet zoals de soundtrack van een gelukkig en voorspoedig huwelijk. Het is dan ook pas doorheen de verschillende bewegingen dat de biografische context van de symfonie zich min of meer laat aflezen uit de partituur – in zoverre de symfonie überhaupt biografisch geïnterpreteerd mag worden. Het eerste van de vijf bewegingen begint immers als een soort treurmars, vertrekkend vanuit een somber trompetmotief. 

Beluister het eerste deel van de symfonie, gespeeld op piano door Gustav Mahler

Wanneer een uur later de finale van de symfonie wordt ingezet komen enkel nog woorden als energie, euforie, glorie en intense vreugde naar boven. De route naar dat eindpunt loopt langs een stormachtig tweede deel vol verrassingen en een scherzo dat laveert tussen zorgeloze dansmelodieën (de Weense wals is nooit ver weg) en opzwepende ritmes. Na al dat geweld is een rustpunt aan de orde, en dat bereiken we in het vierde deel. Dit beroemde Adagietto - door Visconti meesterlijk gebruikt in de verfilming van Thomas Manns novelle Dood in Venetië - is een onvervalste liefdesverklaring aan Alma. Mahler schetst niet alleen een prachtige en meeslepende langzame beweging vol liefde en tederheid; hij verstopte ook enkele muzikale boodschappen in de partituur die voor haar zonneklaar waren. Zo verwijst de openingsmelodie naar het liefdesblikmotief, een van de vele leidmotieven in Wagners opera Tristan und Isolde. Alma was van jongs af aan gefascineerd door de muziek van Wagner en kende zijn partituren door en door. Ze kon naar verluidt de hele opera uit het hoofd spelen op de piano.

Bekijk en beluister hier het motief uit Tristan und Isolde, en vergelijk met de openingsmelodie van het Adagietto.