Belgian National Orchestra, Feddeck & Kobekina
23 Feb.'24
- 20:00
Henry Le Boeufzaal
Edward Elgar (1857-1934)
Cello Concerto in e, op. 85 (1919)
- Adagio; Moderato
- Lento; Allegro molto
- Adagio
- Allegro; Moderato; Allegro, ma non troppo
pauze
Jean Sibelius (1865-1957)
Symfonie Nr. 5 in Es, op. 82 (1919)
- Tempo molto moderato; Allegro moderato – Presto
- Andante mosso, quasi allegretto
- Allegro molto; Misterioso
Einde voorzien om 21u35
Het Celloconcerto in e is het laatste grote werk van de Britse componist Edward Elgar. Hij schreef dit vierdelig concerto in 1919, net na de Eerste Wereldoorlog. De elegische en contemplatieve sfeer kan verbonden worden met de angst, wanhoop en desillusie van de oorlogsjaren. Het meanderende hoofdthema van de eerste beweging componeerde Elgar toen hij ontwaakte uit een verdoving na het laten weghalen van zijn amandelen. Hij beschouwde het als iets diep persoonlijks: “als je ooit iemand dit thema hoort fluiten in de heuvels van Malvern, dan ben ik dat.”
In 1915 was Jean Sibelius een gevestigd componist wiens 50ste verjaardag werd uitgeroepen tot een nationale feestdag in Finland. Toch twijfelde hij aan zichzelf: moest hij, rekening houdende met de recente modernistische verwezenlijkingen van Stravinsky, de Franse impressionisten en Schönberg zijn compositiestijl radicaal omgooien of zat er nog toekomst in zijn nationalistisch geïnspireerde, hoogromantische klankesthetica? In de Vijfde symfonie, koos hij er gaandeweg voor om trouw te blijven aan zichzelf. De derde versie van deze symfonie, gepubliceerd in 1919 is een driedelig werk. Unieke harmonieën en fenomenale orkestkleuren kenmerken de zich organisch ontwikkelende eerste beweging die na enkele donkere passages triomfantelijk wordt afgesloten met een scherzoachtig einddeel. Daarna komt een warmhartige, liefelijke tweede beweging: een reeks variaties op een thema dat de fluit introduceert. Inspiratie voor de derde en laatste beweging vond Sibelius in 16 zwanen die hij gracieus over een meer nabij zijn huis had zien vliegen. Beroemd is ook het einde, bestaande uit zes individuele akkoorden die de dirigent – in dit concert James Feddeck – elk afzonderlijk op bijzonder theatrale wijze kan laten losbarsten.
Het Concerto voor cello en orkest in e is het laatste grote werk van Elgar en werd in 1919 in Londen gecreëerd. Net als de meeste late werken van deze Engelse componist is ook dit concerto met pessimisme en teleurstelling gekleurd: Elgar was bijzonder onder de indruk van de Eerste Wereldoorlog en bracht de laatste vijftien jaar van zijn leven (tot in 1934) in quasi volledige stilte door, deels omdat het Engeland van na de catastrofe niet meer leek op dat van Victoria of Edward VII.
De expressie in dit stuk is compact, in die mate zelfs dat de vier delen samen ongeveer 30 minuten lang zijn, wat veel korter is dan Elgars Vioolconcerto. Ook de orkestratie is lichter dan in het laatstgenoemde werk. Het Celloconcerto begint met een kort recitatief van de cello (Adagio). Het eigenlijke eerste deel, Moderato, opent met een weemoedig en nonchalant thema dat door de altviolen uiteengezet wordt en door de solist hernomen. Dit deel – in de ABA-vorm – laat als centrale luik een thema in de klarinet horen, alvorens naar majeur over te gaan. Een korte solopassage in de cello, met pizzicato-effecten die een gitaar nabootsen, leidt tot het tweede deel, een Allegro molto in vrije sonatevorm en met een perpetuum mobile als ritme. De orkestratie is pointillistisch, licht en aangenaam. Nadien volgt een kort Adagio: het is een brede melodie die zich in één trek ontvouwt en onmiddellijk overgaat in de finale; de inleiding hierop – een soort van recitatief in mineur – herinnert aan het begin van het werk en mondt uit in het grootste van de vier delen, een Allegro ma non troppo in vrije sonatevorm, die opnieuw de originele toonaard aanwendt. De tweede idee van de finale laat een zweempje humor doorschemeren, waarin de Engels musicoloog Donald Tovey “een vooraanstaande figuur die op een bananenschil uitglijdt” meende te ontwaren. Vlak voor het einde hoort men een korte en trage episode die als een herinnering aan het Adagio klinkt. Hierna eindigt de partituur op plotse en nogal tragische wijze.
Het Celloconcerto van Elgar is minder briljant dan zijn andere grote werken en onthult een zekere somberheid die men ook in zijn laatste composities terugvindt. Toch is het een echt voorbeeld van beheersing van de orkestrale kleur, van structuur en vooral van een constante en natuurlijke melodische vindingrijkheid. In dit opzicht kan men van een waar succes spreken.
Benoît Jacquemin (Bozar archief)
Sibelius' Vijfde symfonie – Unieke harmonieën en fenomenale orkestkleuren
De Vijfde symfonie (1919) van Jean Sibelius (1865-1957) ademt een zeldzame natuurkracht. De partituur wekt het weidse Finse landschap, inclusief snaterende zwanen, op een intense manier tot leven. “Het is alsof God stukjes van een mozaïek van de rand van de hemel naar beneden gooit”, zo schreef de componist in zijn dagboek, “en mij vraagt om uit te zoeken wat het patroon is.”
“Finland is nu een natie tussen naties”, stelde de Russische tsaar Alexander in 1809. Hij had het gebied op Zweden veroverd, en bouwde het daarna uit tot een grootvorstendom met een autonoom bestuur, een eigen rechtssysteem, een zelfstandige staatsadministratie én een eigen munt. Toch was het geen vrije natie. De Finse overheid moest verantwoording afleggen aan het Russische bestuur. Bovendien waren de culturele restanten van de eeuwenlange Zweedse overheersing nog alomtegenwoordig, aan het begin van de twintigste eeuw nog gevolgd door een golf van russificatie. Kortom: Finland als een door de Zweedse cultuur gedomineerde Russische provincie. Na de Russische nederlaag in de Eerste Wereldoorlog brak de Februarirevolutie uit, waarna Finland zich op 6 december 1917 eenzijdig onafhankelijk verklaarde; de onafhankelijkheid werd door Rusland erkend op 4 januari 1918. Tegen die historische gebeurtenissen werkte Jean Sibelius zich op tot de 'poeta laureatus' van het hoge noorden.
Wereldomvattend vs vormelijke strengheid
In 1907 bracht de Oostenrijkse componist Gustav Mahler een bezoek aan Finland. Tijdens een theevisite reflecteerde hij met Sibelius over de aard van het symfonische genre. Mahler zag de symfonie als de wereld, allesomvattend dus. Sibelius had heel andere plannen met het genre, vertrekkend vanuit een kader dat de stijl en de strengheid van de vorm respecteerde, én vanuit de diepere logica die een innerlijke relatie tussen alle motieven tot stand bracht. Een visie die haar radicale moderniteit de voorbije decennia behoedzaam heeft prijsgegeven. Sibelius schreef in totaal zeven symfonieën. Het zijn niet-programmatische werken, met een onmiskenbare eigen signatuur. Naast het rapsodische opzet en de haast epische grandeur, valt de mozaïekachtige versplintering op, de schijnbaar lukrake aaneenschakeling van motiefjes en thema’s wars van muzikale bruggetjes. Ook de vertellende toon van melodieën die rondom één enkele noot kronkelen, de enigmatisch stotterende ritmiek en de abrupte gemoedswisselingen vallen op. Het zijn allemaal karakteristieken die met enige verbeeldingskracht teruggevonden kunnen worden in de Finse volksmuziek. Met de woorden van Sibelius: “Mijn symfonieën bevatten muziek zonder achtergrond of nationaal denken. Ik ben geen literair musicus. Bij mij begint de muziek waar het woord eindigt”. Het zijn vooral geslaagde vindingen van de maestro zelf die uit de symfonische taal van Bruckner, Strauss en Mahler elementen putte die hem het meest aanspraken.
Tussen mystiek en schreeuw
In 1915 was Sibelius uitgegroeid tot een gevestigd componist wiens 50ste verjaardag in Finland werd uitgeroepen tot een nationale feestdag. Toch twijfelde hij aan zichzelf. Moest hij, rekening houdend met de recente modernistische verwezenlijkingen van Stravinsky, de Franse impressionisten en Schönberg, zijn compositiestijl radicaal omgooien of zat er nog toekomst in zijn hoogromantische klankesthetica? Had hij nog iets te vertellen op het moment dat Schönberg in Wenen knutselde aan de gelijkschakeling van alle twaalf tonen, en Stravinsky Parijs muzikaal overdonderde met zijn ritmisch robuuste Le sacre du printemps? In de Vijfde symfonie koos Sibelius er voor om trouw te blijven aan zichzelf. Na de première op 8 december 1915 in Helsinki ging hij voor een grondige herwerking. De derde en laatste versie van deze symfonie (1919) is een driedelig werk. Een hoornsignaal aan het begin van ieder deel bepaalt een akkoord dat de basis vormt van het melodisch materiaal. Unieke harmonieën en fenomenale orkestkleuren kenmerken de zich organisch ontwikkelende eerste beweging die na enkele donkere passages triomfantelijk wordt afgesloten met een scherzoachtig einddeel. Daarna komt een warmhartige, lieflijke tweede beweging: een reeks variaties op een thema dat de fluit introduceert. De derde en laatste beweging brengt een synthese van eerder materiaal, gesteund door een meesterlijke behandeling van het orkest. De gedempte strijkers hebben bijvoorbeeld forte en fortissimo passages te spelen, resulterend in een bijzondere klankkleur. Inspiratie vond Sibelius onder andere in 16 zwanen die hij gracieus over een meer nabij zijn huis had zien vliegen. “Wat een schoonheid!”, zo schreef hij, “De mystiek van de natuur en de smart van het leven! Niets ter wereld, niet in de kunst, niet in de literatuur, ook niet in de muziek, heeft zo’n sterke uitwerking op mij.” Een overweldigende ervaring, die hij vatte in de pendelende en gradueel aanzwellende hoornmelodie. Niet minder sprekend is het slot, bestaande uit zes door onregelmatige pauzes onderbroken slotakkoorden die de dirigent elk afzonderlijk op theatrale wijze kan laten losbarsten. Zes monolithische schreeuwen?
Voorbij het Fins nationalisme
Sibelius was niet gelukkig dat zijn muziek uitsluitend met het Fins nationalisme werd vereenzelvigd. Natuurlijk waren veel van zijn jeugdwerken – Kullervo, Finlandia, En Saga, Lemminkäinensuite, Pohjola’s dochter – schatplichtig aan het nationale epos Kalevala. De unieke muziekstijl die hij in die vroege werken aanwendde, ontwikkelde hij later verder in niet-programmatische composities zoals zijn symfonieën. Het wekte de indruk dat alles wat Sibelius schreef karakteristiek Fins zou zijn. Niets was minder waar! Hier was geen verdwaalde romanticus aan het werk, maar wel iemand die een unieke stilistiek wist uit te werken die perfect zonder folkloristische muziekcitaten functioneerde. Zonder compromissen te sluiten, creëerde Sibelius een persoonlijke schriftuur die het klankbord werd van de toekomstige Finse muziek. Die creatieve zelfontplooiing doet Sibelius aanspraak maken op een belangrijke plaats binnen de vroegmoderne muziekgeschiedenis.
Johan Van Acker
James Feddeck
muzikale leiding
James Feddeck studeerde aan het Oberlin Conservatory of Music (Ohio) en was assistent-dirigent van The Cleveland Orchestra. Hij is de winnaar van de Solti Conducting Award en van de Aspen Conducting Prize. Vandaag is hij chef-dirigent van het Orchestra i Pomeriggi Musicali di Milano. Daarnaast treedt hij vaak op met Noord-Amerikaanse orkesten, zoals The Cleveland Orchestra, het Chicago Symphony Orchestra, het Orchestre symphonique de Montréal, zowel als het Seattle Symphony, San Francisco Symphony, Dallas Symphony, Detroit Symphony, Toronto Symphony en Oregon Symphony Orchestra. Hij dirigeerde ook reeds vele toonaangevende Europese orkesten, zoals het Orchestre national de France, het ORF Radio-Symphonieorchester Wien, BBC Symphony, BBC Philharmonic en het City of Birmingham Symphony Orchestra. Hij maakte naam met interpretaties van de muziek van Anton Bruckner en zijn discografie omvat de werken van Georg Schumann (met het Deutsches Symphonie-Orchester Berlin, 2017) en muziek van Terry Riley en Dane Rudhyar (met The Cleveland Orchestra en het Calder Quartet, 2022).
Anastasia Kobekina
cello
De Russische celliste Anastasia Kobekina studeerde bij Frans Helmerson en Jens-Peter Maintz in Duitsland en daarna bij Jerome Pernoo in Parijs. Momenteel volgt ze ook een extra opleiding barokcello bij Kristin von der Goltz in Frankfurt. Anastasia Kobekina won verschillende cellowedstrijden, zoals het Internationaal Tsjaikovski-concours (2019) en de George Enescu International Competition (2016). Van 2018 tot 2021 was ze een BBC New Generation Artist en in 2022 werd ze een Borletti-Buittoni Trust Artist. Van het Schleswig-Holstein Musik Festival kreeg ze de Leonard Bernstein-prijs. Als soliste trad Anastasia Kobekina reeds op met orkesten als het het Konzerthausorchester Berlin, de Wiener Symphoniker, BBC Philharmonic, het Tsjaikovski Symfonieorkest Moskou, het Royal Liverpool Philharmonic Orchestra en het Orchestre national d’Île de France. Ze speelde reeds in zalen zoals het Concertgebouw Amsterdam, het Lincoln Center, het Konzerthaus Berlijn, de Tonhalle Zürich, Les Flâneries Musicales de Reims, en op festivals als het Paasfestival van Aix-en-Provence, Wigmore Hall, de Festspiele Mecklenburg Vorpommern, het Gstaad Menuhin Festival, het Schleswig-Holstein Musik Festival en Rheingau Musik Festival. Ze is een exclusieve Sony Classical-artieste en haar debuutalbum Venice verscheen op 2 februari 2024. Anastasia Kobekina speelt op de Violoncello Antonio Stradivarius uit 1698, in bruikleen gegeven door de Stradivari Stiftung Habisreutinger.
Belgian National Orchestra
Het Belgian National Orchestra, dat werd opgericht in 1936, is de geprivilegieerde partner van Bozar. Het orkest staat sinds september 2022 onder leiding van chef-dirigent Antony Hermus, met Roberto González-Monjas als gastdirigent en Michael Schønwandt als geassocieerd dirigent. Het Belgian National Orchestra treedt op met solisten van wereldformaat als Hilary Hahn, Christian Tetzlaff, Thomas Hampson, Aleksandra Kurzak, Leif Ove Andsnes, Víkingur Ólafsson, Sergey Khachatryan en Truls Mørk. Verder investeert het Belgian National Orchestra in de toekomstige generatie luisteraars en deinst het niet terug voor vernieuwende projecten, zoals met pop-rock-artiest Ozark Henry en recent met Stromae voor zijn nieuwe album Multitude. Het Belgian National Orchestra wordt ondersteund door de Belgische federale Tax Shelter, de Nationale Loterij en Casa Kafka Pictures.
Konzertmeister
Misako Akama
eerste viool
Sophie Causanschi ***
Maria Elena Boila
Françoise Gilliquet
Akika Hayakawa
Iganacio Rodriguez
Arianne Plumerel
Serge Stons
Dirk Vandemoortel
Noaka Ogura
Ricardo Vierra
Anne Leonardo
Guillaume Dubuy
Ting-Wei Wu
tweede viool
Samuel Memtanu
Marie Danielle Turner *
Tatiana Vavalina
Hartwig D’Haene
Sophie Demoulin
Isabelle Deschamps
Pierre Hanquin
Anouk Lapaire
Jacqueline Preys
Ana Spanu
Anija Colerta
Louis Coral
altviool
Marc Sabbah *
Dmitry Ryabinin *
Mihoko Kusama *
Katelijne Onsia
Marinela Serban
Silvia Tentori
Edouard Thise
José Ramos
Anna Sophia Sousa
Gyeongia Shin
cello
Paul Heyman
Tine Muyle *
Lesya Demkovych
Uros Nastic
Harm Van Rheeden
Taras Zanchak
Pierre Sutra
Duarte Matos
contrabas
John Van Lierop
Svetoslav Dimitriev *
Dan Ishimoto
Miguel Meulders
Gergana Terziyska
Matthieu Garnavault
fluit
Baudoin Giaux ***
Jeremie Fevre *
hobo
Arnaud Guittet **
Tim Van Thuynen
klarinet
Julien Benteau ***
Alvaro Ferrer
fagot
Gordon Fantini ***
Alexander Kuksa
hoorn
Bart Cypers **
Bernard Wasnaire *
Jan Van Duffel *
Jonathan Vanderbeek
trompet
Andreu Vidal **
Jeroen Bavin
Robby Boone
trombone
Guido Liveyns ***
Bruno Debusschere**
Daniel Fouteler
Geert De Vos
tuba
Martijn Van Rijswijk ***
pauken
Nico Schoeters ***
*** aanvoerder
** 1e solist
* solist
DON 07.03 | 20:00
The Phantom of the Opera met Frank Strobel
VRI 15.03 | 20:00
Vivier, Henderickx & Stravinsky
VRI 29.03 | 20:00
Khachatryan speelt Bruch
ZON 14.04 | 15:00
Mahler 6 & Goerner speelt Mozart
Bozar Maecenas
Prince et Princesse de Chimay • Barones Michèle Galle-Sioen • Monsieur et Madame Laurent Legein • Madame Heike Müller • Monsieur et Madame Dominique Peninon • Monsieur et Madame Antoine Winckler • Chevalier Godefroid de Wouters d'Oplinter
Bozar Honorary Patrons
Comte Etienne Davignon • Madame Léo Goldschmidt
Bozar Patrons
Monsieur et Madame Charles Adriaenssen • Madame Marie-Louise Angenent • Comtesse Laurence d'Aramon • Monsieur Jean-François Bellis • Baron et Baronne Berghmans • Monsieur Tony Bernard • De heer Stefaan Bettens • Monsieur Philippe Bioul • Mevrouw Roger Blanpain-Bruggeman • Madame Laurette Blondeel • Comte et Comtesse Boël • Monsieur et Madame Thierry Bouckaert • Madame Anny Cailloux • Madame Valérie Cardon de Lichtbuer • Madame Catherine Carniaux • Monsieur Jim Cloos et Madame Véronique Arnault • Mevrouw Chris Cooleman • Monsieur et Madame Jean Courtin • De heer en mevrouw Géry Daeninck • Monsieur et Madame Denis Dalibot • Madame Bernard Darty • Monsieur Jimmy Davignon • De heer en mevrouw Philippe De Baere • De heer Frederic Depoortere en mevrouw Ingrid Rossi • Monsieur Patrick Derom • Madame Louise Descamps • De heer Bernard Dubois • Mevrouw Sylvie Dubois • Madame Dominique Eickhoff • Baron et Baronne William Frère • De heer Frederick Gordts • Comte et Comtesse Bernard de Grunne • Madame Nathalie Guiot • De heer en mevrouw Philippe Haspeslagh - Van den Poel • Madame Susanne Hinrichs et Monsieur Peter Klein • Monsieur Jean-Pierre Hoa • De heer Xavier Hufkens • Madame Bonno H. Hylkema • Madame Fernand Jacquet • Baron Edouard Janssen • Madame Elisabeth Jongen • Monsieur et Madame Jean-Louis Joris • Monsieur et Madame Adnan Kandyoti • Monsieur et Madame Claude Kandyoti • Monsieur Sander Kashiva • Monsieur Sam Kestens • Monsieur et Madame Klaus Körner • Madame Marleen Lammerant • Monsieur Pierre Lebeau • Baron Andreas de Leenheer ✝ • Monsieur et Madame François Legein • Madame Gérald Leprince Jungbluth • Monsieur Xavier Letizia • De heer en mevrouw Thomas Leysen • Monsieur Bruno van Lierde • Madame Florence Lippens • Monsieur et Madame Clive Llewellyn • Monsieur et Madame Thierry Lorang • Madame Olga Machiels-Osterrieth • De heer Peter Maenhout • De heer en mevrouw Jean-Pierre en Ine Mariën • De heer en mevrouw Frederic Martens • Monsieur Yves-Loïc Martin • Monsieur et Madame Dominique Mathieu-Defforey • Madame Luc Mikolajczak • De heer en mevrouw Frank Monstrey • Madame Philippine de Montalembert • Madame Nelson • Monsieur Laurent Pampfer • Famille Philippson • Monsieur Gérard Philippson • Madame Jean Pelfrène-Piqueray • Madame Marie-Caroline Plaquet • Madame Lucia Recalde Langarica • Madame Hermine Rédélé-Siegrist • Monsieur Bernard Respaut • Madame Fabienne Richard • Madame Elisabetta Righini • Monsieur et Madame Frédéric Samama • Monsieur Grégoire Schöller • Monsieur et Madame Philippe Schöller • Monsieur et Madame Hans C. Schwab • Monsieur et Madame Tommaso Setari • Madame Gaëlle Siegrist-Mendelssohn • Monsieur et Madame Olivier Solanet • Monsieur Eric Speeckaert • Monsieur Jean-Charles Speeckaert • Vicomte Philippe de Spoelberch et Madame Daphné Lippitt • Madame Anne-Véronique Stainier • De heer Karl Stas • Monsieur et Madame Philippe Stoclet • De heer en mevrouw Coen Teulings • Messieurs Oliver Toegemann et Bernard Slegten • Monsieur et Madame Philippe Tournay • Monsieur Jean-Christophe Troussel • Monsieur et Madame Xavier Van Campenhout • Mevrouw Yung Shin Van Der Sype • Mevrouw Barbara Van Der Wee en de heer Paul Lievevrouw • De heer Koen Van Loo • De heer en mevrouw Anton Van Rossum • Monsieur et Madame Guy Viellevigne • De heer Johan Van Wassenhove • Monsieur et Madame Michel Wajs-Goldschmidt • Monsieur et Madame Albert Wastiaux • Monsieur Robert Willocx ✝ • Monsieur et Madame Bernard Woronoff • Monsieur et Madame Jacques Zucker • Zita, maison d'art et d'âme
Bozar Circle
Monsieur et Madame Paul Bosmans • Monsieur et Madame Paul De Groote • De heer Stefaan Sonck Thiebaut • Madame France Soubeyran • De heer en mevrouw Remi en Evelyne Van Den Broeck
Bozar Young Circle
Mademoiselle Floriana André • Docteur Amine Benyakoub • Mevrouw Sofie Bouckenooghe • Monsieur Matteo Cervi • Monsieur Rodolphe Dulait • Monsieur et Madame Melhan-Gam • Monsieur et Madame Clément et Caroline Vey-Werny • Mademoiselle Cory Zhang