Vivian Maier (1926-2009) duikt zelf op in haar werk vanaf het moment dat ze begint met fotograferen in de jaren ’50, tot in de jaren ’80, wanneer ze zich langzaamaan helemaal onttrekt aan het openbare leven en ook haar camera in de hoek laat. Deze zelfportretten vormen een van de meest boeiende aspecten van haar oeuvre, en zijn ook het domein van haar grootste en meest vrije experimenten als fotografe. Onze tentoonstelling toont een grote greep uit deze autoportretten, en groepeert ze in drie thema’s.
Schaduw
In veel van haar foto’s werpt Maier zelf letterlijk een schaduw op het beeld. De fotografe is aanwezig, maar enkel als negatief van haar eigen lichaam. Haar ware ik blijft dus – letterlijk - in de schaduw. Toch is het niet zomaar een anonieme schaduw. Omdat ze zich graag in wijde jassen hulde, en vooral later ook vaak een hoed droeg, wordt Maiers schaduw een herkenbaar silhouet, bijna als een handtekening.
Soms lijkt de schaduw een speelse knipoog die ons erop attent maakt dat er iemand achter de camera staat. Soms hangt ze als een donkere, bijna dreigende wolk boven het object van de foto. Is de fotografe een toevallige voorbijganger? Of een vastberaden stalker?
Vivian Maier is niet uniek op dit gebied. Ook de zelfportretten van bijvoorbeeld Walker Evans en Lee Friedlander spelen op eenzelfde manier met schaduwen. Maier hield mensen op een afstand maar was allesbehalve een kluizenaar; ze hield van kunstboeken en bezocht tentoonstellingen, o.a. in het MOMA. Ze was dus heel waarschijnlijk goed op de hoogte van wat haar collega-fotografen en tijdgenoten uitspookten.
Spiegel
Niks zo onthullend als een eerlijke blik in de spiegel. Want die reflecteert gewoon de werkelijkheid, toch? Het lijkt alsof Vivian Maier geen spiegel kon voorbijlopen zonder een foto te nemen. Maar ook hier slaagt Maier erin om zichzelf te tonen en tegelijkertijd het beeld dat we van haar krijgen te vertroebelen.
Als fotografe is de dubbele framing onweerstaanbaar: het kader van de camera en het kader van de spiegel. Het maakt het spel van tonen en verbergen extra complex. Maier toont vaak slechts een fragment van zichzelf in de spiegel: soms een stuk van haar gezicht, soms enkel een torso. Of we zien verschillende Vivian Maiers, bijna eindeloos weerspiegeld.
Welke versie is de echte Vivian Maier? Haar leven lang schreef Vivian Maier haar naam op verschillende manieren, gaf ze valse namen op, en wanneer haar werd gevraagd wat haar beroep was, antwoordde ze vaak: spion. Ook in haar zelfportretten voert ze verschillende versies van zichzelf op: ontdubbeld en eindeloos afgeleid.
Reflectie
Elk reflecterend oppervlak kan dienstdoen als spiegel voor Maier. Van winkelvitrines tot chromen broodroosters: bijna overal komt de alerte toeschouwer een reflectie tegen van de fotografe. Wat de vraag doet rijzen: wat is het echte onderwerp van deze street photographer? De spelende kinderen? De zich uitstrekkende kat? Of is het de vrouw met de Rolleiflex camera zelf, wier weerspiegeling zich nu eens discreet, dan weer emfatisch in het frame plaatst?
De vele zelfportretten van Vivian Maier lijken te zeggen: ik besta. Tegelijkertijd lijken ze in strijd te zijn met wat we weten over haar: ze meed persoonlijk contact met mensen en schermde agressief zichzelf en haar privéleven af. Het is deze raadselachtige spanning die de autoportretten zo oeverloos fascinerend maken.