Angélique Kidjo & Yo-Yo Ma
6 Dec.'23
- 20:00
Henry Le Boeufzaal
Sarabande Africaine
Sarabande uit G. F. Handels Suite in d (op tekst van Angélique Kidjo)*
Blewu Bella Bellow *
Kelele Angélique Kidjo & Jean Hebrail *
Agolo Angélique Kidjo & Jean Hebrail *
Yemandja uit Philip Glass' Ifé: Three Yorùbá Songs, arr. Michael Riesman
Summertime George Gershwin, arr. Angélique Kidjo & Jean Hebrail *
Lamentations uit Coleridge-Taylor Perkinsons “Black/Folk Song Suite”
Nobody Knows the Trouble I’ve Seen Afro-Amerikaanse spiritual, arr. Harry T. Burleigh
Goin’ Home uit Antonín Dvořáks Symfonie nr. 9 "Uit de Nieuwe Wereld"
Sarabande uit J.S. Bachs Cellosuites
Ti Citron Malavoi
Zelie Bella Bellow *
L’Horloge Charles Baudelaire
Lonlon uit Maurice Ravels Bolero *
La Foule Ángel Cabral, arr. Angélique Kidjo & Jean Hebrail *
Aisha uit J.S. Bachs Klavierconcerto nr. 5 (op tekst van Angélique Kidjo)*
Afirika Angélique Kidjo & Jean Hebrail *
Pata Pata Dorothy Masuka *
* Arrangement voor cello door Mike Block
Yo-Yo Ma, cello
Angélique Kidjo, stem
David Donatien, percussie
Thierry Vaton, piano
Concert zonder pauze · Duur: 1u30
Om zijn samenwerking met Angélique Kidjo te definiëren, introduceert Yo-Yo Ma een ecologisch concept: het "randeffect" of "randverschijnsel". Hierbij brengt de ontmoeting van twee ecosystemen een derde voort. Volgens de cellist heeft dit proces geleid tot de geboorte van de jazz of - in een verder verleden - tot de sarabande.
"We zijn culturele onderzoekers", legt Yo-Yo Ma uit. Gecertificeerde nieuwsgierigen die, in plaats van hun verschillen te cultiveren, besloten hebben de raakvlakken te verkennen. "Angélique Kidjo is geboren in Benin, heeft Frankrijk en de Verenigde Staten doorkruist. Ik ben geboren in Parijs uit Chinese ouders die naar New York zijn vertrokken. We zijn migranten, dat is de diepgewortelde identiteit die we delen."
Hier zijn twee protagonisten verenigd - elk met meerdere Grammy Awards en de Polar Music Prize. Zij, een populaire zangeres, hij een klassiek musicus; samen delen ze de zorg voor de oorsprong van hun muziek. Hierdoor hebben ze een weefsel van menselijkheid, wilde humor, toeval en omzwervingen gecreëerd. Tijdens hun zoektocht hebben ze bewezen dat de Afrikaanse invloed de eeuwen heeft overleefd. Ze hebben ontdekt dat Afrikaanse muziek en klassieke muziek een rijke en onbekende gemeenschappelijke geschiedenis hebben die ze samen willen vertellen. Om de systematische onderbelichting van de Afrikaanse component tegen te gaan, hebben ze Sarabande Africaine bedacht.
Voordat hij zich richtte op het Oosten, door in 2000 het Silkroad Ensemble op te richten, had Yo-Yo Ma een uitstapje gemaakt naar de Kung-bushmen in de Kalahari-woestijn omdat hij hun muziek bewonderde. In dezelfde periode, terwijl ze volop in de spotlight van de Afrikaanse pop en wereldmuziek stond dankzij de release van Logozo in 1991 bij Island Records, produceerde Angélique Kidjo een discografische trilogie op basis van de routes van de slavernij (Oremi, Black Ivory Soul, Oyaya!).
Voor Yo-Yo Ma is de gemeenschap van 'overbrengers', waar zij zichzelf toe rekenen, van het grootste belang. Hij situeert er zowel Antonín Dvořák als Nadia Boulanger in, maar ook Pierre Henry, Quincy Jones, Astor Piazzolla, Philip Glass en zoveel hedendaagse genieën die streefden naar het doorbreken van muzikale barrières. In dezelfde lijn aarzelt Angélique Kidjo niet om zich te wagen aan het schijnbaar gesloten domein van de zogenaamde "klassieke" muziek, met name door samen te werken met Philip Glass, met wie ze in 2014 Ifé, Three Yoruba Songs creëerde. Van Glass heeft ze ook de Symphony No. 12 (Lodger) op teksten van David Bowie uitgevoerd. Daarbij kon zij de kracht leveren van een stem die geworteld is in de orale traditie van de Golf van Guinee.
Met eenzelfde aanpak heeft Yo-Yo Ma intens de werken van Antonín Dvořák geïnterpreteerd. "Dvořák, die het Conservatorium van New York leidde, had Harry T. Burleigh als assistent, een zanger en een grote kenner van de negro spirituals, die zeer aanwezig zijn in de 9de symfonie "Uit de Nieuwe Wereld". Dvořák was ervan overtuigd dat men moest putten uit alle volksculturen, met name de indiaanse en Afro-Amerikaanse culturen. "Ik ben er nu van overtuigd", schreef hij in de New York Herald in mei 1893. "De toekomst van de muziek van dit land zal steunen op wat men de zwarte melodieën noemt. Ik heb alles gevonden wat ik nodig heb om me een grote en nobele muziek voor te stellen die school kan maken." De volgende generatie met Duke Ellington en George Gershwin, muzikale helden die Angélique Kidjo zingt, creëerde dit "randeffect", een vrij ecosysteem van de Amerikaanse muziek, getekend door het erfgoed van de Afrikaanse diaspora's.
Angélique Kidjo en Yo-Yo Ma ontmoetten elkaar op 11 november 2018 onder de Arc de Triomphe, tijdens de herdenking van de honderdste verjaardag van de wapenstilstand van de Eerste Wereldoorlog. Sinds de eerste blik begrijpen ze elkaar, luisteren ze naar elkaar, herkennen ze elkaar. Ze delen gemeenschappelijke waarden: vrede, de bescherming van "Mother Nature" (de titel van het achttiende album van Angélique, uitgebracht in 2021) en onderwijs. "En dan," zegt Yo-Yo Ma nog, "we zitten niet vast. Onze gedachten zijn niet star, niet categorisch, en zo vinden we een soort muzikale waarheid." Voor meer dan zeventig staatshoofden voerde Yo-Yo Ma de Sarabande uit de Suite nr. 5 voor cello in c van J.S. Bach uit. Als eerbetoon aan de Afrikaanse strijders in de Eerste Wereldoorlog koos Angélique Kidjo Blewu, een lied van vrede en geduld geschreven in de Mina-taal door de Togolese Bella Bellow, opgenomen in haar repertoire sinds 1989. "We waren er allemaal omdat aan het einde van de Eerste Wereldoorlog werd gezegd dat het nooit meer zou gebeuren, maar toch was er de Tweede Wereldoorlog en elke keer vergeten we opnieuw. Het is zeer pijnlijk." vervolgt Yo-Yo Ma.
Om te weerstaan aan de nefaste impact van de lockdown in 2020, namen ze samen dit Blewu op. "Wat we met Angélique meteen bespraken, was de sarabande," vervolgt Yo-Yo Ma. De sarabande, die waarschijnlijk zijn oorsprong vindt in het koninkrijk van Andalusië (Moren, Joden, Visigoten, ...) dat door de katholieke koningen in 1492 werd ontmanteld, verscheen aan het einde van de 16e eeuw in Spanje. De inquisitie zag in deze ongeremde dans de hand van de Duivel, een geschenk aan de heksen voor hun sabbat. De sarabande verhuisde naar de Afrikaanse slaven in Panama en keerde terug naar Frankrijk in een vertraagde vorm, dicht bij het hoofse menuet. Aan het begin van de 18e eeuw inspireerde de dans Händel en werd ze volgens Yo-Yo Ma het "hart van de zes Suites voor cello solo van Bach."
Toevallige kruisingen
Angélique Kidjo houdt van Bach. In 2008 hoorde ze een beweging uit het klavierconcert BWV 1056 van Bach in de animatiedocumentaire Valse avec Bachir van Ari Folman. Ze voegde er Mina-teksten aan toe en noemde het Aisha. "Ik heb het veel gezongen in Mots d'Amour, het recitalprogramma met de Franse klassieke pianist Alexandre Tharaud," waar ook La Foule op staat. Dit iconische nummer van Edith Piaf is in feite een aanpassing door Michel Rivgauche van Que nadie sepa mi sufrir, gecomponeerd door de Argentijn Angel Cabral en gebaseerd op een Peruaanse wals.
Angélique is geboren in Ouidah, ze vluchtte naar Frankrijk omwille van de marxistische dictatuur van president Kérékou. Yo-Yo is van Chinese afkomst en werd al vroeg opgemerkt voor zijn virtuositeit door onder andere de Catalaanse en anti-Franquistische cellist Pablo Casals. Ze zijn Frans en delen een levende liefde voor de Franse taal. Angélique heeft de voordracht van L'Horloge, een gedicht van Charles Baudelaire (de levensgezel van actrice Jeanne Duval, een Creoolse vrouw geboren op La Réunion), in het programma opgenomen.
Een andere verbindingslijn is het plezier van muziek. Als bewonderaar van de verlichting is Yo-Yo Ma het weliswaar op één punt oneens met de filosofie: de scheiding van lichaam en geest, en de overhand van de laatste. "Maar muziek verzegelt de fusie, je hebt efficiënte spieren nodig om Bach te spelen. Of om te zingen. De groove moet in het lichaam worden gevoeld, dat geen metronoom is." Angélique danst, grijpt met plezier de ritmes, zingt onbeperkt. Yo-Yo Ma speelt, overal, met gulzigheid. "De cello is vleselijk, ik probeer niet het mooiste geluid uit de cello te halen, maar het geluid van een trommel, een stem, water, staal te suggereren. De flexibiliteit van de cello stelt me in staat om alles te suggereren wat er in de natuur bestaat."
Angélique Kidjo en Yo-Yo Ma hadden dit programma kunnen beperken tot een duo. Maar ze hebben ervoor gekozen om een groep te vormen met twee muzikanten van Caribische oorsprong, David Donatien (percussie) en Thierry Vaton (piano). Opnieuw moest er een gemeenschappelijke grond worden uitgevonden. "Michael Riesman (directeur van het Philip Glass Ensemble) heeft uitstekend werk verricht om de 110 musici van het filharmonisch orkest om te zetten in een trio," lacht Angélique Kidjo, een nieuw "randeffect".
Véronique Mortaigne
Op de grens: Angélique Kidjo en Yo-Yo Ma
De ontmoeting tussen Yo-Yo Ma en Angélique Kidjo is op het eerste gezicht verrassend. Yo-Yo Ma is het wonderkind dat in Parijs geboren is uit Chinese ouders. Op zijn zevende belandde hij in New York en speelde hij voor president Kennedy en sindsdien voor alle machtigen der aarde; hij is een virtuoos die talrijke prijzen behaalde en wereldwijd bekendstaat voor zijn vertolkingen van Bach. Angélique Kidjo is de Afrikaanse diva met een explosieve stem, die in Ouidah geboren werd, enkele dagen voor de onafhankelijkheid van Benin; ze woonde in Parijs en New York en trad in de voetsporen van Myriam Makeba en Celia Cruz. Toch lijkt het duo dat ze tijdens de COVID-19-pandemie opnamen, een evidentie: in Blewu, het grote succes van de Togolese zangeres Bella Bellow – ze overleed in 1973 op tragische wijze – zijn de cello en de stem zodanig met elkaar verweven, dat je bij het beluisteren de verplichte afstand door de lockdown niet merkt. Yo-Yo Ma hernam Blewu (‘geduld’ in het Ewe) op zijn cd met de profetische titel Notes for the future (Sony, 2021). Het lied was de aanzet van een dialoog die de artiesten vandaag nog steeds verderzetten op het podium, samen met percussionist David Donatien (metgezel van Bernard Lavilliers, producer van Yael Naim) en de Martinikaanse pianist Thierry Vaton. Samen verkennen ze de eeuwenoude cross-overs tussen klassieke en Afrikaanse muziek. Het programma is opgebouwd rond de sarabande, die Yo-Yo Ma al decennialang passioneert. “Centraal in het repertoire van elke cellist bevinden zich de cellosuites van Bach. En centraal in elke suite heb je een dans, de sarabande.” Yo-Yo Ma situeert de oorsprong van deze dans, die op het einde van de 16de eeuw voor het eerst in Andalusië wordt vernoemd, bij de Berbers in Noord-Afrika. Gezien Spanje, Frankrijk en de beide Amerika’s zich deze dans op verschillende manieren eigen maakten, ziet Yo-Yo Ma hierin het symbool van een geslaagde culturele mondialisering. “Ik speel Bach. Ik, een Amerikaanse muzikant, geboren in Parijs uit Chinese ouders. Wie bezit dan eigenlijk de sarabande? Elke cultuur heeft de muziek overgenomen, heeft er specifieke betekenissen aan verleend, maar elke cultuur moet het bezit ervan delen: ze behoort tot iedereen.” Of het nu gaat over de zarabanda die sarabande is geworden, over Afrika, Europa en de beide Amerika’s, beide musici willen opnieuw aanknopen bij de tradities. Elke traditie heeft haar specifieke kenmerken die je niet mag tenietdoen, maar die je met de andere moet verbinden, door onophoudelijk ‘op de grens’ te spelen. Sarabandes van Bach en Händel, Zaïde (de onafgewerkte opera van Mozart over de slavenhandel), maar ook hedendaagse creaties van Philip Glass, Summertime van Gershwin, en Florence Price, een van de eerste vrouwelijke Afro-Amerikaanse componisten.
“Zingen met een boodschap geeft zin aan mijn leven.” Op haar drieënzestigste is Angélique Kidjo niet meer weg te denken van de grootste internationale podia. Ze heeft samengewerkt met sterren van de pop (James Brown, Peter Gabriel, Carlos Santana), de Afrikaanse muziek (Myriam Makeba, Youssou’N Dour, Manu Dibango), jazz (Diana Reeves, Cassandra Wilson, Branford Marsalis) en hedendaagse muziek (Philip Glass). Ze bracht 17 cd’s uit en won 5 Grammy Awards, waaronder de beste cd’s van wereldmuziek voor Eve (2014), Sing (2015, met het Orchestre Philharmonique du Luxembourg), Remain in Light (2018) en Mother Nature (2022). Ze werd door Times Magazine benoemd tot de 100 meest invloedrijke persoonlijkheden ter wereld. Angélique Kidjo begon haar loopbaan in West-Afrika, in het voetspoor van de Kameroense zanger en producer Ekambi Brillant. In het begin van de jaren 80 vestigde ze zich in Parijs, gevolgd door New York eind jaren 90. Ze combineerde de West-Afrikaanse ritmes van jazz, soul en R&B, salsa en merengue. Ze brengt regelmatig hulde aan de zwarte Atlantische muziek die ze in haar kindertijd heeft gehoord, zoals in Celia, een cd gewijd aan de nagedachtenis van de Cubaanse Celia Cruz. “In mijn kindertijd heb ik Celia Cruz zien spelen in Benin. Haar energie en haar vrolijkheid hebben mijn leven veranderd. Het was de eerste keer dat ik een sterke vrouw op het podium zag. Haar stem was percussief en haar liederen bleven op mysterieuze wijze in mij hangen. Vele jaren later vernam ik dat ze Yorùbá-liederen zong, die 400 jaar eerder vanuit Benin in Cuba waren terechtgekomen. Ik had het gevoel een zus te hebben teruggevonden die lange tijd verloren was, aan de andere kant van de wereld. Net als ik had ze in ballingschap geleefd, en ze was altijd fier op haar Afrikaanse roots.”
Afrikaanse muziek hoog in het vaandel dragen en tegelijk de ander tegemoet treden in al zijn creatieve diversiteit: dat is de boodschap die Angélique Kidjo tijdens haar optredens uitdraagt. Haar timbre bespeelt de linguïstische en esthetische grenzen. Timothy Walker, artistiek directeur van het London Philharmonic Orchestra, voorvoelde dat haar stem perfect zou samengaan met klassieke muziek. Hij nodigde haar dan ook uit om te zingen in Dido’s Lament van Purcell. Nadien werkte ze samen met Philip Glass, die Ifé: Three Yoruba Songs componeerde op haar gedichten en dat in 2014 in de Philharmonie du Luxembourg in première ging. Vijf jaar later inspireerde Angélique Kidjo hem tot het schrijven van The Lodger, een symfonie op basis van het laatste luik van de Berlijnse trilogie van David Bowie; de wereldpremière werd gespeeld door de Los Angeles Philharmonic onder leiding van John Adams. Een majestueuze stem, orgel, pauken: de componist huldigt “de creativiteit van de vertolking”, een duidelijke kwaliteit van Angélique Kidjo. Ze maakt steeds meer uitstapjes naar de meest diverse muziekgenres, van jazz tot hedendaagse muziek. In 2020 bracht ze samen met klassiek pianist Alexandre Tharaud de première van haar recital Les mots d’amour, een krachtige en poëtische vertolking van klassiekers uit het Franse chanson, van Edith Piaf tot Dominique A. via Charles Aznavour, Claude Nougaro en Serge Gainsbourg. Andere kusten, andere ritmes: Queen of Sheba, haar recentste cd, in duo met de virtuoze trompettist Ibrahim Maalouf, is een originele versmelting van Afro-pop, hedendaagse jazz en oosterse muziek. Op het podium getuigt ze van “een soort vanzelfsprekendheid die alles op haar pad meevoert”, aldus Alexandre Tharaud. “Ze is geen golf, maar een vulkaan! Ze is even openhartig als in het echte leven, verbergt niets en stapt recht op haar doel af. Vanaf de eerste noot gaat ze vooruit, zonder zich vragen te stellen.” Angélique Kidjo stelt haar stem graag ten dienste van sociale en politieke kwesties: de strijd tegen racisme, de herinnering aan de slavenhandel, de verdediging van de mensenrechten van de Afro-Amerikanen, de mars van vrouwen tegen Donald Trump na zijn verkiezing tot president van de VS, haar engagement voor de opleiding van jonge Afrikaanse vrouwen in het kader van haar stichting Batonga. Reeds als kind droomde ze ervan te mogen ijveren voor mensenrechten. Sinds 2002 is ze ambassadeur van UNICEF.
Een muzikale dialoog creëren tussen culturen om tegen onze verbitterde wereld te strijden: de boodschap van Angélique Kidjo vond haar weerklank in de ervaringen van Yo-Yo Ma en zijn Silk Road Ensemble, die al meer dan 20 jaar actief zijn. Nadat Yo-Yo Ma in Parijs, bij zijn ouders-musici, cello was begonnen studeren, trok hij naar New York naar de Juilliard School. In Harvard behaalde hij een diploma in vrije kunsten en raakte hij gepassioneerd door antropologie. In de jaren 80 brak hij door op de internationale podia, solo of in kamermuziekverband, met partners als Isaac Stern, Emmanuel Ax en Gidon Kremer. Sindsdien bouwde hij een carrière uit in de meest prestigieuze instellingen: hij bracht 120 opnames uit, won 19 Grammy Awards, speelde voor 9 Amerikaanse presidenten en behaalde talloze onderscheidingen waaronder de National Medal of Arts, de hoogste artistieke onderscheiding in de VS. In 2006 werd hij door de VN benoemd tot Messenger of Peace, en net als Angélique Kidjo behoort hij volgens Time Magazine tot de meest invloedrijke persoonlijkheden ter wereld. De wereld van Yo-Yo Ma beperkt zich immers niet tot kunstmuziek, waarin hij overigens schittert. In de overtuiging dat cultuur “bruggen moet bouwen, geen muren”, creëerde hij in 1998 het Silk Road Project, dat twee jaar later leidde tot het Silk Road Ensemble. Zijn idee was eenvoudig: aantonen dat de globalisering meer is dan een culturele wegwals, door muzikanten uit de hele wereld de kans te geven samen te spelen. “Mijn muzikale reizen hebben dit standpunt versterkt”, verklaart hij. “Ik heb ontdekt dat de interacties als gevolg van de mondialisering niet zomaar de cultuur kunnen vernietigen, maar een nieuwe cultuur kunnen creëren en eeuwenoude tradities nieuw leven kunnen inblazen en verspreiden. De interessantste zaken spelen zich vaak af op de grens. Want daar kunnen kruisingen onverwachte connecties aan het licht brengen.” Vervolgens maakte hij van de geschiedenis van de zijderoutes, die al door de UNESCO in de schijnwerpers was gezet, een model van culturele samenwerking en bracht hij muzikanten samen uit landen die dit oude handelsnetwerk doorkruisten. In navolging van het West-Eastern Divan Orchestra, opgericht door Daniel Barenboim en Edward Said, nam het Silk Road Ensemble de fakkel over van een humanistische, tastbare muzikale diplomatie, waarbij de muziek een gemeenschappelijke praktijk wordt en een bron van gedeelde emoties, over politieke en culturele grenzen heen.
Maar Yo-Yo Ma zet nog een stap verder. Ook al streeft muziek altijd naar het universele, ze mag niet beperkt worden tot de klassieke westerse muziek. Het Silk Road Ensemble is niet gewoon een groep muzikanten uit Europa, Arabische landen, Azerbeidzjan, Armenië, Perzië, Rusland, India, Mongolië China, Korea en Japan. De musici brengen de muziek van elkeen, waarbij ieder zich ertoe verbindt samen met de ander te spelen, de muziek van de ander te spelen, en aldus deelneemt aan de schepping van een nieuwe artistieke taal. Het repertoire van het orkest ontstaat uit dit samenbrengen van verschillende tradities. Sinds zijn oprichting heeft het Silk Road Project een belangrijk educatief luik uitgebouwd, met acties in scholen, de ontwikkeling van pedagogisch materiaal en de oprichting van een universitair instituut in Harvard. De muzikanten treden ook vaak op in gevangenissen en vluchtelingenkampen. The Music of Strangers, een documentaire van Morgan Neville uit 2016, is gewijd aan de musici van het Silk Road Ensemble en getuigt van deze geestesgesteldheid.
Dit geloof in de macht van muziek als drager van empathie en emancipatie ligt eveneens aan de basis van het Bach-project dat in 2018 van start ging. Twee jaar lang speelde Yo-Yo Ma de cellosuites van Bach op de zes continenten. Elk concert omvatte ook een cultureel programma dat was uitgewerkt met vertegenwoordigers van de lokale gemeenschappen. De voorstelling die plaatshad op de Juarez-Lincoln-brug over de Rio Grande, op de grens tussen Mexico en de VS, was het hoogtepunt van dit muzikale project. Recentelijk lanceerde Yo-Yo Ma het project Our Common Nature, dat een bewustwording van het milieu als gemeenschappelijk, toekomstig goed bepleit.
Spelen op de grens: het is een symbolisch beeld van de poging tot toenadering van mannen en vrouwen via de muziek, de wil van zowel Angélique Kidjo als Yo-Yo Ma om de muren tussen verschillende esthetische werelden te slechten. Toch weten beide virtuozen maar al te goed dat muziek net zo goed naar oorlog kan voeren, als vrede opbouwen en de mensenrechten verdedigen. Muziek is op zichzelf niet goed of slecht, maar kan velerlei betekenissen krijgen. Hoe dan ook weten deze twee grote, optimistische vertolkers ons te vertellen dat muziek een fysieke kracht is die ons ontroert en verandert – en zin geeft! Een les die Yo-Yo Ma heeft onthouden van de Bushmen-vrouwen klinkt als een echo van de boodschap van Angélique Kidjo: “De Bushmen uit de Kalahari-woestijn kunnen urenlang dansen. De vrouwen staan in een kring, klappen in de handen en geraken in trance. Wanneer ik hun vroeg waarom ze dat deden, kreeg ik als antwoord: omdat dit ons zin geeft. Hun antwoord is sindsdien ook het mijne geworden.”
Anaïs Flechet (deze tekst werd origineel geschreven voor de Philharmonie du Luxembourg)
vertaling Xavier Verbeke
Angelique Kidjo
stem
The Guardian noemde haar in 2011 een van de 100 invloedrijkste vrouwen ter wereld, Time Magazine riep haar uit tot ‘voornaamste Afrikaanse diva’, de BBC rekende haar tot de meest iconische Afrikaanse figuren en Forbes Magazine plaatste haar als eerste vrouw op de lijst van invloedrijke beroemdheden in Afrika: het is duidelijk dat de Beninse zangeres Angélique Kidjo een bijzondere artieste is. In 2015 mocht ze de Crystal Award in ontvangst nemen, uitgereikt tijdens het World Economic Forum en in 2016 kreeg ze de Amnesty International Ambassador of Conscience Award. Geroemd om haar betoverende stem en podiumprésence
brengt ze de West-Afrikaanse muziek uit haar jeugd in contact met Amerikaanse R&B, funk, jazz en Europese en Latijns-Amerikaanse stijlen. Kidjo won al verschillende Grammy Awards voor Best Contemporary Album en Best World Music Album, respectievelijk voor Djin Djin en Oyo in 2008 en 2011 en voor EVE en Sings in 2015 en 2016. Ze werkte onder meer samen met het Bruckner Orchester Linz, de Royal Scottish National Opera, de Philharmonie de Paris, de San Francisco Symphony en het Orchestre Philharmonique du Luxembourg.
Yo-Yo Ma
cello
Yo-Yo Ma is van Chinese origine en studeerde aan de Juilliard School in New York. Gezien zijn vaste overtuiging dat muziek vertrouwen en begrip kan brengen onder mensen met zeer verschillende culturele achtergronden, richtte hij het beroemde Silk Road Project op, met een eigen ensemble van musici uit de hele wereld die muziek creëren en daar hun eigen tradities bij betrekken. Ook Bachs integrale cellosuites voerde hij uit op de vijf continenten. Hij bracht talloze opnames uit, met recent Beethoven for Three, met Emanuel Ax en Leonidas Kavakos. Onder de talloze onderscheidingen die hij ontving, vermelden we de recente Birgit Nilsson Prize (2022).
Yo-Yo Ma bespeelt drie instrumenten: een instrument van Moes & Moes uit 2003, een cello Montagnana uit Venetië van 1733 en de Stradivarius Davidoff uit 1712.
Yo-Yo Ma wordt vertegenwoordigd door Opus 3 Artists.
David Donatien
percussie
Na 15 jaar als begeleider voor verschillende artiesten in Frankrijk, ontmoette David Donatien zangeres Yael Naim in 2004. Ze richtten samen het productiebedrijf Mouselephant op. Hun eerste album werd op 22 oktober 2007 in Frankrijk gereleaset. Het werd vervolgens in 18 landen uitgebracht dankzij het succes van het nummer "New Soul". Nadat Apple dit nummer gebruikte om de MacBook Air te promoten, verscheen het in de meeste internationale hitlijsten, waaronder de Billboard Hot 100, waar het meteen in de top 10 belandde. In datzelfde jaar won Yael Naim de Victoire de la Musique-prijs voor het beste wereldmuziekalbum en begon ze aan een tweejarige tournee met David Donatien, waarbij ze meer dan 200 concerten over de hele wereld speelden. In 2010 herenigde hij zich met Bernard Lavilliers, met wie hij eerder als begeleider had gewerkt, en produceerde het nummer "Sourire en coin", dat verscheen op het album Causes perdues et Musiques Tropicales (Victoire de la Musique-prijs voor het beste album). Hij co-produceerde het album She was a boy van Yael Naim (Victoire de la Musique-prijs voor de beste vrouwelijke artiest 2011), uitgebracht op 15 november 2010, waarop hij het nummer "Go to the river" componeerde. Een tweejarige tournee volgde op de release van het album, met optredens in Europa, de Verenigde Staten, Japan en Zuid-Amerika.
In 2013 produceerde hij het nummer "Le jour se lève" voor Mayra Andrade. Samen met Yael Naim produceerden ze "Older", uitgebracht in maart 2015 (Victoire de la Musique-prijs voor de beste vrouwelijke artiest - 2016). In 2019 produceerde hij het album Celia van de Beninese zangeres Angelique Kidjo, een eerbetoon aan de Cubaanse kunstenaar Celia Cruz, dat in 2020 de Grammy Award won voor het beste wereldmuziekalbum. In 2021 vervolgden ze het succes met de productie van het nummer "One Africa" op het album Mother Nature, dat de Grammy Award won voor het beste wereldwijde muziekalbum.
Thierry Vaton
piano
Thierry Vaton is een muzikant uit Martinique die geroemd wordt voor zijn krachtige stijl en perfecte techniek. Van drums tot dwarsfluit, hij voelt zich thuis op haast alle instrumenten, maar het is de piano die centraal staat in zijn carrière. Van 1984 tot 1987 studeerde hij aan het conservatorium en aan de American School of Modern Music in Parijs. Van 1987 tot nu nam Thierry Vaton deel aan talloze concerten en studio-opnames. Vele grote artiesten deden beroep op hem als pianist, arrangeur, componist en regisseur, zoals Kaoma, Angélique Kidjo, Philippe Lavil, Enzo Enzo, Myriam Makéba, Tanya St Val, Tony Chasseur, Ralph Thamar, Idrissa Diop, Dédé St Prix, Edith Lefel, Zic Band, Jean-Paul Pognon, Jean-Luc Guanel, Nestor Azérot, Dany Brillant, Cunnie Williams, Jean-Philippe Marthély, Patrick St Eloi, Jocelyne Béroard, Zouk Machine, Miss Dominique, Francky Vincent, Karl The Voice, Andy Narell en vele anderen. In het begin van de jaren 2000 ontstond, na een gesprek met Tony Chasseur bij het verlaten van de opnamestudio, het idee om de Mizikopéyi Big Band op te richten, een Antilliaanse Big Band. Tony vertrouwde hem toen zijn eerste arrangement toe: "Flè bò kay."