Remember to turn down the brightness and mute your phone.

Terug naar het evenement

Cindy Castillo

21 Feb.'24
- 20:00

St.-Michiels-en St.-Goedele Kathedraal

Johann Sebastian Bach (1685-1750) 
Toccata en Fuga in d, BWV 565 

César Franck (1822-1890) 
Prière, op. 20 

Joseph Jongen (1873-1953) 
Sonata Eroïca, op. 94  

Pierre Slinckx (1988) 
C#3 pour orgue à 4 mains 
(in opdracht van Radio France. Belgische première) met Pierre Slinckx 

Charles Marie Widor (1844-1937) 
Bach’s Memento: Mattheus-Finale 

Duur: +/- 1u15

Toccata en fuga in d

De jonge Bach ontdekte de stylus fantasticus bij Buxtehude en werd erdoor gestimuleerd, met als gevolg dat hij zeven grote toccata’s voor klavier componeerde (BWV 910-916), meesterwerken op het vlak van vindingrijkheid en muzikale eruditie. De term toccata (praeludium bij Buxtehude) verwijst naar een veelvoudige vorm, waarbij de toccata aansluit bij recitatiefachtige secties en fuga’s. Bach componeerde later vier toccata’s en fuga’s voor orgel, tweeluiken met duidelijk onderscheiden delen. Ze vormen het hoogtepunt van een genre dat niemand anders dan Bach zo goed wist te verklanken. De bekende Toccata en fuga in d (BWV 565) is de oudste en dateert wellicht van na Bachs verblijf in Lübeck in 1705. 

Het werk mag dan al tot de beroemdste van Bach behoren, het auteurschap wordt in vraag gesteld. Alle gekende handschriften zijn van late datum (tweede helft van de 18e en begin van de 19e eeuw) en het oudste is van de hand van Johannes Ringk (1717-1778), een bewonderaar van Bach die werken van de Cantor kopieerde. Het raadsel is nog steeds onopgelost, maar het werk blijft een van de markantste uit de barokmuziek voor klavier. De Toccata opent met een afwisseling van gescandeerde ritmes en stiltes, opschortingen die klinken als vragen en spelen met de akoestiek van een groot kerkgebouw als de Marienkirche in Lübeck – voor uitvoerders in een concertzaal een echte uitdaging. Deze muziek blijft op onuitwisbare wijze verankerd in het geheugen, net als de obstinate ritmes die volgen. De Fuga doet denken aan vioolspel met zijn typische bariolage-techniek. Ze ontwikkelt zich op virtuoze wijze en stopt plots op een gebroken cadens. Een sectie in de vorm van een postludium dat het vrije karakter van de toccata terugvindt, sluit deze diptiek met panache en welsprekendheid af. 

Sonata Eroïca
Joseph Jongen studeerde muziek aan het conservatorium van zijn geboortestad Luik. Hij werd bekroond door de Académie royale de Belgique (Premier Quatuor à cordes), won de Eerste Grote Prijs van de Belgische Prix de Rome die in 1832 naar Frans voorbeeld was opgericht (Comala, cantate) en doorkruiste Europa (Berlijn, Wenen, Parijs, Rome). In 1903 werd hij leraar harmonie en contrapunt in Luik. Hij bracht de oorlogsjaren door in Engeland, waarna hij terugkeerde naar Luik. In 1920 werd hij benoemd tot leraar fuga aan het Brusselse conservatorium, dat hij van 1925 tot 1939 leidde. Zijn cataloog bevat symfonische muziek, kamermuziek, vocale muziek en muziek voor solo-instrumenten. Van 1919 tot 1926 stond hij aan het hoofd van de Concerts Spirituels in Brussel. 

Het orgel bekleedt een prominente, maar niet overheersend plaats in zijn koorpartituren of in de Symphonie concertante, op. 81, maar is vooral aanwezig als solo-instrument in de Cinq Pièces, op. 5 (1893-1896), Cantilène (1908), de Deux Pièces, op. 53 (1917), de Toccata, op. 104 (1935), de Deux Pièces, op. 108 (1938) en de Prélude et fugue, op. 121, zijn laatste solowerk (1941). Zijn beroemdste orgelwerk is de Sonata Eroïca, op. 94, die hij in 1930 componeerde en opgedragen is aan de Franse virtuoos Joseph Bonnet, organist van het grote orgel van de Église Saint-Eustache in Parijs. De première had plaats op 6 november naar aanleiding van de inhuldiging van het orgel van Joseph Stevens in het Brusselse Paleis voor Schone Kunsten. Cindy Castillo nam het werk op in 2020 op hetzelfde instrument. 

Dit werk doet ons denken aan Liszt en Reubke: het bestaat uit één deel en is gebouwd op één enkel thema met vrije variaties die leiden tot een stevige, fugatische sectie; op het einde hervindt de muziek haar rapsodische vrijheid. 

Prière
Franck was een briljante pianist die door zijn vader was voorbestemd voor een virtuoze carrière. Naargelang de periode in zijn leven verkende Franck de meest diverse domeinen: klaviermuziek, kamermuziek, orkestmuziek en gewijde muziek. Uit zijn omvangrijke oeuvre voor orgel zijn vooral de beroemde "Douze Pièces" nog steeds zeer bekend. Toen Franck in 1958 titularis werd van het Cavaillé-Coll-orgel van de Église Sainte-Clotilde, had hij nog niets opvallends voor orgel gecomponeerd. Het Parijse instrument waarvan sprake werd al in 1859 ingehuldigd, maar was volgens kapelmeester Théodore Dubois pas af in het sleuteljaar 1863; Franck componeerde zijn Grande Pièce symphonique tussen 1860 en 1862. 

De "Douze Pièces" bestaan uit de Six Pièces (1859-1864), de Trois Pièces die in première gingen bij de inhuldiging van het Cavaillé-Coll-orgel in het Parijse Palais du Trocadéro (1878) en de Trois Chorals (1890). De Six Pièces zijn de Fantaisie in C, de Grande Pièce symphonique, de Prélude, fugue et variation, de Pastorale, Prière en Final. Franck zelf verzorgde de première ervan in de Sainte-Clotilde op 17 november 1864. 

Prière dateert van ongeveer 1860 en is opgedragen “aan zijn Meester Monsieur Benoist”. Het is een van de meest complexe pagina’s uit de bundel. Het stuk is gebouwd op drie thema’s die reeds in het Andantino sostenuto worden uiteengezet. Dit Andantino is de eerste van twee secties die met elkaar verbonden zijn door een “Quasi recitativo – met een zekere vrijheid op het vlak van de maat”, terwijl twee secundaire ideeën ontspruiten uit het tweede thema. Het werk is zeer polyfoon en kent zijn hoogtepunt in de slotpassage die is aangeduid als Très expressif et très soutenu en gebruikmaakt van de variatietechniek. “Deze transfiguratie door het orgel van de meest expressieve vervoering eigen aan het belcanto, is wat verwarrend. Wat voor soort gebed is dit?” (François Sabatier). 

Cindy Castillo nam in 2022 deel aan de integrale opname van de "Douze Pièces" van Franck: ze speelde er Pièce héroïque, de Prélude, fugue et variation, de Fantaisie, Final, maar ook Prière.

C#3, voor orgel vierhandig 
Pierre Slinckx doet onderzoek naar de confrontatie tussen akoestische en elektronische sonoriteiten. Hij betreedt paden, weg van formeel geïdentificeerde bewegingen. Hij legt de benaming van zijn werken als volgt uit: “Sinds enkele jaren geef ik geen titels meer aan mijn stukken. Ik geef hun een code waarvan de nomenclatuur zeer eenvoudig is: de initialen van de muzikanten met wie ik werk, gevolgd door een indexnummer. Bijvoorbeeld het album H#1|2|3|4, een suite van vier stukken voor het Ensemble Hopper.” 

“Mijn samenwerking met Cindy begon logischerwijze met C#1, rond 2016. Het Festival Ars Musica had haar carte blanche gegeven voor een concert op het Kleuker-orgel van Vogelzang in Brussel. We hadden met elkaar gesproken over een project met elektronica en hebben van de gelegenheid gebruikgemaakt. C#1 is voor een groot orgel met vier klavieren geschreven, wat het stuk niet zeer ‘mobiel’ maakt. Daarom hadden we zin om als tegenpool een nieuw project te creëren, met de bedoeling dat het bijna overal kon worden gespeeld […]: C#2, een duo voor organetto en elektronica, was een feit.” 

“Wanneer Cindy werd uitgenodigd door Radio France, was het aanvankelijk de bedoeling om C#2 op haar programma te zetten, maar het idee drong zich al snel op om mij de opdracht te geven een stuk zonder elektronica te componeren. Voor mij was de afwezigheid van elektronica een echte uitdaging, gezien ik de voorbije jaren bijna geen zuiver akoestische muziek meer had gecomponeerd. […] C#3 is een stuk voor vier handen [opgedragen aan Cindy]. We hebben hiertoe besloten omdat we gewoonweg graag met elkaar spelen, maar ook om mijn ideeën rond orkestratie die ik wou uitproberen, mogelijk te maken.” Vóór de première in Parijs op 28 januari 2023 “hadden we geëxperimenteerd op het Kleuker-orgel van Vogelzang en het Walcker-orgel in de Terkamerenabdij in Brussel. Twee orgels die niets met elkaar of met het orgel van Radio France te maken hebben!” 

“Ik hou van vormen die de indruk wekken dat ze zichzelf genereren en zich op onverbiddelijke wijze ontwikkelen. Ik vind het fantastisch om de gerichtheid van de muziek te voelen, wanneer je haar kunt volgen zoals je een idee volgt. Ik probeer muziek te creëren die echt ‘geschreven’ is, nauwkeurig en goed geconstrueerd, maar toch uitgelaten is en verstoken van alle intellectualisme. Ik probeer niet per se een systeem te volgen en laat me vaak afbrengen van de koers die ik mezelf had opgelegd. Soms is het door muzikaal rond te dwalen dat de beste ideeën in mij opkomen… Ik zoek nooit inspiratie elders dan in de klank, de akoestiek en de muziek. Vandaar dat ik mijn composities geen titels geef. Het is als een uitnodiging om de muziek in haar abstracte gedaante te beluisteren.” 

Bach's Memento: Mattheus-Final 

Charles-Marie Widor was organist ‘op proef’ van de Parijse Église Saint-Sulpice (van 1870 tot 1933!), lid van het Institut de France, secretaris ad vitam van de Académie des Beaux-Arts, leraar orgel en vervolgens compositie aan het Conservatoire. Toch kennen we slechts zijn tien orgelsymfonieën. Zijn oeuvre is nochtans omvangrijk: symfonieën voor orkest en symfonische gedichten, concerti, kamermuziek, stukken voor piano en twee piano’s, gewijde en profane vocale muziek, theater en ballet, waaronder La Korrigane, dat in zijn tijd zeer bekend was. 

Zijn late cycli voor orgel, namelijk Bach's Memento (1925), de Suite latine (1927) en de Trois Nouvelles Pièces (1934), zijn miskend. Eerstgenoemde cyclus is een verzameling van zes werken van Bach, die Widor vrijelijk transcribeerde voor orgel: Pastorale (Allegretto – derde deel van de Pastorale, BWV 590), Miserere Mei Domine (Lento – Prelude in d, BWV 851), Aria (Adagio – Prelude in es, BWV 855), Marche du Veilleur de Nuit (Moderato – koraal Wachet auf uit de cantate BWV 140), Sicilienne (Andantino – Siciliano uit de Sonate voor fluit, BWV 1031) en tot slot, om dit eerbetoon aan Bach te bekronen, de Mattheus-Final (Andante), het slotkoor van de Matteüspassie. Widor speelde de première van deze cyclus op 30 juni 1925 bij de inhuldiging van het orgel van het Conservatoire américain in Fontainebleau, een instelling waarvan hij de voorzitter was en waar hij sinds 1921 lesgaf. Het is een bijzonder, heel expressief orgel dat zich in de Parijse Salle du Jeu de Paume bevond maar nu ontmanteld is.

Michel Roubinet (vertaling Xavier Verbeke)

En wat als heroïek te maken heeft met zachtheid? 

Heroïek leidt tot schoonheid, tot sprankelend leven, tot vreugde… 

Dit is wat in me opkwam toen ik deze morgen luisterde naar de Sonata Eroïca van Joseph Jongen (1873-1953). 

Het werk begint krachtig. Jongen, die zelf de première speelde in 1930, moet eerst enkele minuten lang de mooiste, krachtige klanken hebben laten losbarsten in het fraaie, gloednieuwe orgel in de grote zaal van het Paleis voor Schone Kunsten. 

Dit monumentale orgel was het werk van Jos Stevens. Zijn  huzarenstukje bezat een prachtig orgelfront (de grote pijpen aan de voorzijde van het instrument) en was tegelijk met de schitterende concertzaal door Victor Horta ontworpen. Dit orgel kende een eerste maal grote schade in 1967. Er brak brand uit in de kelder onder de Zaal Henry Le Bœuf en die beschadigde een deel van de machinerie van het orgel.

Het was om bij te huilen, en er is gehuild. 

Heroïek kent nochtans haar oorsprong en afloop in zachtheid. Maar ook in doorzettingsvermogen.

En dat is zo, want in de Sonata Eroïca van Joseph Jongen hoor je na de zeer sonore inleiding een piepklein thema: twaalf eenvoudige noten, die later in het stuk hun bestemming zullen krijgen. 

In 1988 ontstond het idee om het oude instrument te laten herrijzen. Brussel verdiende in haar mooiste concertzaal – een van de mooiste in Europa – een orgel van aanzien. De grote sonore windmachine moest het profane repertoire dienen, maar ook in staat zijn symfonische werken te laten horen. 

Maar daar was tijd voor nodig. In 1988 werd er al wat gefluisterd, een beetje als het kleine thema van Jongen, en in 2017 was het orgel een feit. Deze renaissance, die er kwam dankzij verschillende avant-gardeorganisten, werd op schitterende wijze gevierd met de première van het Concerto voor orgel en orkest van Benoît Mernier, uitgevoerd door Olivier Latry. 

En dan, ja dan herhaalde de geschiedenis zich. Dit geliefde, quasi nieuwe orgel werd op 18 januari 2021 door vernieling getroffen. Er ontstond brand op het dak en het water liep in de windladen. En alles herhaalt zich. 

Maar heroïek is gelukkig koppig. 

Net voor de ramp had Cindy Castillo de Sonata Eroïca van Joseph Jongen opgenomen op het vernieuwde orgel van de Zaal Henry Le Bœuf. Haar opname kwam er op het nippertje. 

Je zou kunnen denken dat deze sonate sinds 1930 en tot op vandaag de heroïek aanmoedigt bij iedereen die van orgel houdt en die in zijn wederopstanding gelooft, in zijn heroïek.

(vertaling Xavier Verbeke)

In het kader van Brussel 2000 werden in de Sint-Michielskathedraal de restauratiewerken van het koor, die op het einde van de jaren 1970 onderbroken werden, hernomen. Bovendien werd er beslist een volledig nieuw orgel te laten bouwen. Er werd een comité opgericht van gerenommeerde organisten onder leiding van Bernard Foccroulle. Op hun advies werd aan de vijf beste orgelbouwers ter wereld gevraagd een offerte te maken. De uiteindelijke keuze viel op het ontwerp van de Duitse orgelbouwer Gerhard Grenzing (Barcelona), dat hij in samenwerking met de Engelse architect Simon Platt had uitgewerkt.
Grenzings vierklaviersinstrument is resoluut gebaseerd op het Plenum met Duits karakter, met toevoeging evenwel van registers die typisch zijn voor de Spaanse traditie (strijdtrompet), de Vlaamse (trompet op het Positief) en de Franse (zwelwerk, harmonische trompet, grondstemmen, cornet). Daarnaast biedt het instrument het comfort van elektronische schakelingen voor de registermechaniek, ook al is de tractuur van de toetsen volledig mechanisch.

De volledige dispositie vind je hier.

Cindy Castillo

orgel

Cindy Castillo onderzoekt graag de mogelijke kruispunten tussen het orgel en andere artistieke talen zoals dans, video of elektronische muziek. Ze haalde eerste prijzen aan de conservatoria van Brussel en Parijs en studeerde ook in Namen en Straatsburg. Tot haar leraren behoren Benoît Mernier, Jean Ferrard, Christophe Mantoux, Michel Bouvard en Olivier Latry. Naast haar concertactiviteiten doceert Cindy Castillo orgel bij Hampus Lindwall aan het IMEP (Namen). Ze is vijf jaar lang producer geweest bij de radiozender Musiq3 en was in februari 2017 de coördinator van het This is not a Pipe... Organ Festival voor de vereniging Bruxelles Ses Orgues. Zij is titulair organist van de Basilique Nationale du Sacré-Cœur in Brussel. Cindy Castillo werkt met hedendaagse componisten als Claude Ledoux, Jean-Pierre Deleuze, Pierre Slinckx en Maxime Denuc.

Pierre Slinckx

orgel

Pierre Slinckx is componist en organist en werd 1988 geboren in Brussel. De laatste jaren schrijft hij vooral muziek waarin live elektronica (die hij zelf uitvoert) versmelt met akoestische instrumenten. Hij bracht verschillende albums uit op het label Cyprès: "C#1" voor orgel en elektronica (met Cindy Castillo), "M#1" voor strijkkwartet en elektronica (met Quatuor MP4), "H#1|2|3|4" voor 9 muzikanten (Ensemble Hopper) en "C#2" voor organetto en elektronica (opnieuw met Cindy Castillo). Hij is lid van de groep Gomez, waar hij de Casio SK1, banjo en lap steel gitaar bespeelt. Van tijd tot tijd schrijft hij muziek voor het theater en arrangementen. Sinds 2015 is hij betrokken bij de organisatie van SMOG, een cyclus van tweemaandelijkse concerten in Brussel waarin traditionele klassieke muziek wordt gecombineerd met alternatieve en experimentele muziek. Hij doceert daarnaast muziekanalyse aan ARTS2 (het vroegere Conservatoire Royal de Mons), waar hij zelf nog compositie en klassieke schriftuur studeerde bij Claude Ledoux en Jean-Pierre Deleuze.

Bozar Maecenas

Prince et Princesse de Chimay • Barones Michèle Galle-Sioen • Monsieur et Madame Laurent Legein • Madame Heike Müller • Monsieur et Madame Dominique Peninon • Monsieur et Madame Antoine Winckler • Chevalier Godefroid de Wouters d'Oplinter 

Bozar Honorary Patrons

Comte Etienne Davignon • Madame Léo Goldschmidt

Bozar Patrons

Monsieur et Madame Charles Adriaenssen • Madame Marie-Louise Angenent • Comtesse Laurence d'Aramon • Monsieur Jean-François Bellis • Baron et Baronne Berghmans • Monsieur Tony Bernard • De heer Stefaan Bettens • Monsieur Philippe Bioul • Mevrouw Roger Blanpain-Bruggeman • Madame Laurette Blondeel • Comte et Comtesse Boël • Monsieur et Madame Thierry Bouckaert • Madame Anny Cailloux • Madame Valérie Cardon de Lichtbuer • Madame Catherine Carniaux • Monsieur Jim Cloos et Madame Véronique Arnault • Mevrouw Chris Cooleman • Monsieur et Madame Jean Courtin • De heer en mevrouw Géry Daeninck • Monsieur et Madame Denis Dalibot • Madame Bernard Darty • Monsieur Jimmy Davignon • De heer en mevrouw Philippe De Baere • De heer Frederic Depoortere en mevrouw Ingrid Rossi • Monsieur Patrick Derom • Madame Louise Descamps • De heer Bernard Dubois • Mevrouw Sylvie Dubois • Madame Dominique Eickhoff • Baron et Baronne William Frère • De heer Frederick Gordts • Comte et Comtesse Bernard de Grunne • Madame Nathalie Guiot • De heer en mevrouw Philippe Haspeslagh - Van den Poel • Madame Susanne Hinrichs et Monsieur Peter Klein • Monsieur Jean-Pierre Hoa • De heer Xavier Hufkens • Madame Bonno H. Hylkema • Madame Fernand Jacquet • Baron Edouard Janssen • Madame Elisabeth Jongen • Monsieur et Madame Jean-Louis Joris • Monsieur et Madame Adnan Kandyoti • Monsieur et Madame Claude Kandyoti •  Monsieur Sander Kashiva • Monsieur Sam Kestens • Monsieur et Madame Klaus Körner • Madame Marleen Lammerant • Monsieur Pierre Lebeau • Baron Andreas de Leenheer ✝ • Monsieur et Madame François Legein • Madame Gérald Leprince Jungbluth • Monsieur Xavier Letizia • De heer en mevrouw Thomas Leysen • Monsieur Bruno van Lierde • Madame Florence Lippens • Monsieur et Madame Clive Llewellyn • Monsieur et Madame Thierry Lorang • Madame Olga Machiels-Osterrieth • De heer Peter Maenhout • De heer en mevrouw Jean-Pierre en Ine Mariën • De heer en mevrouw Frederic Martens • Monsieur Yves-Loïc Martin • Monsieur et Madame Dominique Mathieu-Defforey • Madame Luc Mikolajczak • De heer en mevrouw Frank Monstrey • Madame Philippine de Montalembert • Madame Nelson • Monsieur Laurent Pampfer • Famille Philippson • Monsieur Gérard Philippson • Madame Jean Pelfrène-Piqueray • Madame Marie-Caroline Plaquet • Madame Lucia Recalde Langarica • Madame Hermine Rédélé-Siegrist • Monsieur Bernard Respaut • Madame Fabienne Richard • Madame Elisabetta Righini • Monsieur et Madame Frédéric Samama • Monsieur Grégoire Schöller • Monsieur et Madame Philippe Schöller • Monsieur et Madame Hans C. Schwab • Monsieur et Madame Tommaso Setari • Madame Gaëlle Siegrist-Mendelssohn • Monsieur et Madame Olivier Solanet • Monsieur Eric Speeckaert • Monsieur Jean-Charles Speeckaert • Vicomte Philippe de Spoelberch et Madame Daphné Lippitt • Madame Anne-Véronique Stainier • De heer Karl Stas • Monsieur et Madame Philippe Stoclet • De heer en mevrouw Coen Teulings • Messieurs Oliver Toegemann et Bernard Slegten • Monsieur et Madame Philippe Tournay • Monsieur Jean-Christophe Troussel • Monsieur et Madame Xavier Van Campenhout • Mevrouw Yung Shin Van Der Sype • Mevrouw Barbara Van Der Wee en de heer Paul Lievevrouw • De heer Koen Van Loo • De heer en mevrouw Anton Van Rossum • Monsieur et Madame Guy Viellevigne • De heer Johan Van Wassenhove • Monsieur et Madame Michel Wajs-Goldschmidt • Monsieur et Madame Albert Wastiaux • Monsieur Robert Willocx ✝ • Monsieur et Madame Bernard Woronoff • Monsieur et Madame Jacques Zucker • Zita, maison d'art et d'âme

Bozar Circle

Monsieur et Madame Paul Bosmans • Monsieur et Madame Paul De Groote • De heer Stefaan Sonck Thiebaut • Madame France Soubeyran • De heer en mevrouw Remi en Evelyne Van Den Broeck

Bozar Young Circle

Mademoiselle Floriana André • Docteur Amine Benyakoub • Mevrouw Sofie Bouckenooghe • Monsieur Matteo Cervi • Monsieur Rodolphe Dulait • Monsieur et Madame Melhan-Gam • Monsieur et Madame Clément et Caroline Vey-Werny • Mademoiselle Cory Zhang

En onze Leden die anoniem wensen te blijven