1927: 's werelds eerste filmische sci-fi epos
In 1927 regisseerde Fritz Lang Metropolis. Het werk ging later de geschiedenisboeken in als de allereerste sciencefictionfilm. Een succes waar de regisseur zelf niet over te spreken was:
“Je kunt geen sociaal bewuste film maken waarin je zegt dat de bemiddelaar tussen de hand en de hersenen het hart is. Dat is een sprookje. Maar ik was erg geïnteresseerd in machines. Hoe dan ook, ik hield niet van de film – ik vond hem dwaas en dom. Het is erg moeilijk om over films te praten - moet ik nu zeggen dat ik van Metropolis hou omdat iets wat ik in mijn verbeelding heb gezien, uitkomt, terwijl ik hem verafschuwde toen hij af was?" - Fritz Lang, kort voor zijn dood in 1976
Lang was lang niet de enige die de film van tijd tot tijd aan de schandpaal nagelde. Critici bejubelden de opvallende beelden en ambitieuze technische snufjes, maar hekelden het afgezaagde melodrama. In de New York Times viel schrijver H.G. Wells de anti-vooruitgang en anti-technologische boodschap van de film aan, beschuldigde hij de film ervan verschillende eerdere werken (waaronder zijn eigen werk) te kopiëren en noemde hij Metropolis “Quite the silliest film".
Het verhaal van Metropolis speelt zich af rond het jaar 2027, toen nog een verre toekomst maar nu gruwelijk dichtbij. De wereld is opgedeeld in de Denkers, die bovengronds een rustig leventje leiden, en de Arbeiders, de miserabele massa die diep onder de aarde alle arbeid verrichten. De film is een monumentaal meesterwerk, vol expressionistische, religieuze en sociaal-utopistische ideeën, fraai gestileerd geschoten tegen een achtergrond van buitensporig grote decors.
In een gigantische ondergrondse fabrieksstad komen arbeiders in opstand tegen de heersende intellectuele klasse en de schitterende bovenstad dreigt vernietigd te worden. Freder, de zoon van de grote heerser, probeert met behulp van de profetes Maria een catastrofe te voorkomen. De bovenklasse wil de nakende opstand in de kiem smoren en bouwt een robot met hetzelfde uiterlijk als Maria.
De oorspronkelijke soundtrack bij de film was er een van Gottfried Huppertz. Met zijn romantische orkestklank en Wagneriaanse leidmotieftechniek, benadrukte hij de anti-moderne kant van de film. Het werk verdween snel uit het zicht en maakte plaats voor nieuw muzikaal geweld…
1984: Giorgio Moroder en zijn discobeats
De Italiaanse producer Giorgio Moroder gaf de film in 1984 een opzwepende discosoundtrack. Om zijn synthesizer niet uit de toon te laten vallen, liet hij de zwartwitbeelden opnieuw kleuren in schreeuwerige tonen en overtuigde hij zelfs Freddy Mercury om mee aan boord te springen. Mede dankzij deze popartiesten zijn de expressionistische beelden van Fritz Lang op ons culturele netvlies gebrand.
1995-2021: Het tijdperk van Martin Matalon
In 1995 kwam er van het IRCAM (Institut de recherche et coordination acoustique/musique) in Parijs een initiatief om een nieuwe soundtrack te maken. Voor de Argentijnse componist Martin Matalon was Metropolis al 25 jaar een levensthema.
“Metropolis is een wonder van de beeldende kunst waarin elk niveau op zichzelf is samengesteld. Het montageritme is adembenemend, het spel van licht en schaduw, de settings, de hele inhoud van de beelden leken me vaak muziek op zich.” – Martin Matalon
Verschillende keren herwerkte Matalon zijn 1e versie, tot in 2021. Het resultaat is een geniale alliantie tussen de film en een compositie die balanceert tussen een klassiek orkest en elektronica. Net omdat Metropolis ongeremd hoge en lage cultuur met elkaar vermengt, kiest Matalon voor traditionele orkestinstrumenten, maar ook voor klanken uit onder meer jazz of salsa. Zo verkent de nieuwe soundtrack de paralellen en contrasten tussen diverse werelden, vertaald door de beelden en de muziek – soms samen, soms afzonderlijk, nu eens op het witte doek en dan weer louter in de luisterervaring.
Zin om nog meer filmconcerten bij Bozar te ontdekken? Hieronder vind je de hele programmatie terug.