Een kunstenaar samenbrengen met een wetenschapper die gespecialiseerd is in onderzoek naar kankerbehandelingen, op het eerste gezicht lijkt dat een hele uitdaging. Hoe vind je, uitgaand van twee werelden die vragen op totaal verschillende manieren benaderen, een gemeenschappelijke aanpak om zo’n beladen onderwerp tegemoet te treden? Het spreekt vanzelf dat dat niet evident is en dat beide partijen niet alleen een enorme kennis van het eigen vakterrein moeten hebben, maar ook erg moeten openstaan om zich in het standpunt van de ander te verplaatsen en te kunnen aanvaarden dat die een andere benadering aanreikt en een nieuw licht werpt, wat hun project ten goede komt.
Sandra Lorenzi en Jean-Christophe Marine zijn intelligent en bescheiden genoeg om samen dat subtiele evenwicht tot stand te brengen en hebben zich vol overgave op dit artistiek-wetenschappelijke avontuur gestort. Hun project wordt mogelijk gemaakt door Studiotopia: art meets science in the anthropocene. BOZAR is een van de stichtende leden van dit Europese residentieprogramma, een programma dat een nieuwe generatie kunstenaars de kans wil bieden om met wetenschappers samen te werken en het resultaat van hun gezamenlijke onderzoek via events en tentoonstellingen aan het publiek te laten zien (zie onderaan deze pagina).
‘Kanker raakt ons allemaal. Iedereen heeft wel vrienden of familieleden die door die ziekte getroffen zijn. Het raakt aan een eeuwenoude thematiek: de strijd tussen het leven en de dood. Het is een fundamentele vraag die de kunst niet vaak vanuit de medische hoek benadert.’
Hoe het begon
Als je hun parcours bekijkt, zou je er op het eerste gezicht nooit aan denken dat de twee zo dicht naar elkaar toe kunnen groeien. Sandra Lorenzi is kunstenares en dichteres en had nog nooit samengewerkt met een specialist in de levenswetenschappen:
‘Voor mij is dit echt een primeur. Ik ben verbonden aan het Laboratoire Espace Cerveau van het Institut d’Art Contemporain in Villeurbanne. Dat instituut nodigt wetenschappers uit alle mogelijke domeinen uit. Maar omdat ikzelf in mijn studietijd menswetenschappen heb gevolgd, heb ik vooral samengewerkt met filosofen en antropologen. Ik ben geen kunstenares die je tegenkomt op platforms die banden smeden tussen kunst en wetenschap. Mijn werk is vooral literair, verweven met fantasie en het energetische, en ik gebruik vaak tekeningen of sculpturen.’
Nochtans sluit het behandelen van kanker nauw aan bij een thematiek die in haar artistieke werk heel vaak aan bod komt: ‘Ik was meteen geïnteresseerd om met Chris samen te werken, want het idee van zorg en verzorgen staat centraal in mijn zoektocht en er was dus meteen een band met de kankerproblematiek.’
‘Ook voor mij is dit een primeur,’ benadrukt Jean-Christophe Marine. ‘Natuurlijk boeit kunst me, maar ik had nog nooit geprobeerd mijn werk aan een artistieke activiteit te linken. Ik ben intussen een vijftiental jaar wetenschapper, ik doe onderzoek naar kankerbiologie en ik leid het laboratorium voor kankeronderzoek van de VIB in Leuven. We focussen op de biologie van het melanoom, een kanker die de pigmentcellen van de huid aantast en resulteert in erg agressieve en invasieve tumoren.
De wetenschappelijke wereld besteedt enorm veel tijd aan onderzoek, we overleggen met andere onderzoekers, mijn vrouw is onderzoeker… We hebben niet zoveel gelegenheden waarbij we mensen kunnen ontmoeten die op een andere manier denken. Daarom zijn we, in het kader van een gezamenlijk programma van BOZAR en GLUON, met kunstenaars beginnen samenwerken (zie onderaan deze pagina). En ik zag het helemaal zitten om me samen met Sandra op dit project te storten.’
Het raakpunt tussen de wetenschapper en de kunstenares bevindt zich nochtans niet op een strikt medisch terrein. ‘De eerste aanzetten waaruit de krijtlijnen voor de residentie zijn voortgevloeid, zijn ontstaan tijdens de eerste gesprekken met Jean-Christophe Marine. We hebben elkaar ontmoet tijdens een colloquium dat BOZAR in september vorig jaar organiseerde in het kader van het programma Studiotopia,’ vertelt Sandra Lorenzi.
‘Vooral de manier waarop hij het gedrag van tumorcellen beschreef, heeft me geraakt: in tegenstelling tot een gezonde cel, zo zei hij, gedraagt een kankercel zich “afwijkend”. Als dichteres viel het gebruik van het woord afwijkend me op, omdat het etymologisch zoveel betekent als “wie een pad verlaat”. Ik heb er een diepmenselijke betekenis in gezien. Natuurlijk duidt de wetenschappelijke betekenis van het woord op maximale objectiviteit. Maar ik zag er de menselijke en culturele invulling van, een subjectieve kijk op de realiteit, vergelijkbaar met de uiting van om het even welke subjectieve beleving.
Dat vormde het uitgangspunt van ons werk: hoe uit zich het afwijkende gedrag van kankercellen en hoe kunnen we dat benaderen? Ik ben uitgegaan van een cultuur die zich baseert op energetische zorg, van homeopathie tot acupunctuur en lithotherapie.
De moderne wetenschap verdiept zich ook in de relatie van de verschillende lichamen die samen het menselijk lichaam vormen: het fysieke lichaam natuurlijk, maar ook het subtiele lichaam (emotioneel, mentaal). Je zou kunnen veronderstellen dat het ontstaan van een kanker samenvalt met een moment waarop het lichaam zich niet meer kan verdedigen, alsof iets door alle lichamen heen is gedrongen en uiteindelijk het fysieke lichaam aantast. Vooral de manier waarop cellen zich uiten boeit mij enorm.’
‘In deze covid-tijden hebben we het vaak over pathogene aandoeningen waardoor virussen hun gastheer kunnen doden. Maar kanker is iets heel anders: daarbij gaat het om een normale cel n het lichaam die op een bepaald moment een afwijkende koers gaat varen met de bedoeling dat lichaam te doden.’
In vitro-cultuur van kankercellen
Hun project ligt ook in het verlengde van het onderzoek van Jean-Christophe Marine: ‘Wij bestuderen waarom en hoe kankercellen ontstaan, en hoe ze op een bepaald moment andere weefsels binnendringen en daar metastasen ontwikkelen, nieuwe letsels die in vitale organen groeien en uiteindelijk de patiënt doden.
Wij proberen ook therapieën uit te werken, voor elke individuele patiënt ontwikkelen wij de meest geschikte therapie. Nog niet zo lang geleden werd kanker met erg gestandaardiseerde therapieën behandeld, maar we hebben geleerd dat tumoren heel complex zijn, dat ze bij elke patiënt anders zijn, en dat een gepersonaliseerde behandeling noodzakelijk is. Om die taak tot een goed einde te brengen halen we kleine stukjes tumor weg en maken we er een kweekje van, een zogenaamde organoïde cultuur, die de tumor in leven houdt zodat we verschillende geneesmiddelencombinaties kunnen testen en voor elke patiënt kunnen uitzoeken wat de meest aangewezen behandeling is.
En daarom vond ik het werk van Sandra zo boeiend: onze expertise spitst zich toe op het niveau van moleculen en cellen. In se gaat het ons niet om de persoon die kanker heeft, wij hebben geen enkel contact met de patiënt, want de biopsieën die wij bestuderen, zijn door een arts verzameld. Het contact met de patiënt is iets wat in ons onderzoekswerk ontbreekt. Maar met haar project biedt Sandra ons de kans om het geheel ruimer te bekijken en de patiënt erbij te betrekken.’
De organoïden waarop de biopsieën van de kankercellen zich blijven ontwikkelen, zijn een echte spiegel van de tumor in het lichaam van de patiënt. Ze zijn een uniek medium voor het artistieke onderzoek van Sandra Lorenzi:
‘Het doel van het project is redelijk eenvoudig: de patiënt de mogelijkheid bieden om visueel contact te hebben met zijn cellen die op de organoïden leven. Het is een nieuwe manier om hen bewust te maken van het bestaan van de ziekte, niet alleen in het lichaam maar ook daarbuiten. Door ze te visualiseren kan de patiënt de confrontatie ermee aangaan en willen we hem een beetje een hart onder de riem steken.’
‘Zoiets is bij mijn weten nog nooit eerder gedaan,’ voegt Jean-Christophe Marine eraan toe. ‘En zo komen onze doelstellingen samen. We weten heel goed dat de patiënten meer bij hun behandeling betrokken willen worden, dat ze beter geïnformeerd willen worden over ons onderzoekswerk en over de geneesmiddelen die we hen voorstellen. Het biedt ons de kans om te tonen wat we met de biopsieën doen en hen onze werkwijze uit te leggen.’
Het uitwerken van een protocol is een delicate zaak
De patiënt via exteriorisatie vertrouwd maken met de ziekte die in hem woedt, past in een traditie die stevig verankerd is in onze culturele gebruiken en teruggaat tot het begin van de esthetiek in het antieke Griekenland. De confrontatie met emoties die we voelen en die we via een spiegel kunnen begrijpen – bijvoorbeeld zoals een personage in een tragedie – helpt ons om die last af te gooien dankzij een deugddoende catharsis, een soort zuivering van de ziel, een emotionele bevrijding.
De patiënt zal er naar verwachting baat bij hebben, maar het protocol dat voor dit project opgesteld moet worden, moet rekening houden met een aantal ethische problemen. Sandra Lorenzi licht dat toe: ‘Het is heel delicaat om een patiënt voor te stellen om op die manier met zijn ziekte geconfronteerd te worden. Dat zou een echte klap kunnen zijn of psychische processen in gang zetten die ons te boven gaan. Het protocol moet voorzien in psychologische steun, en dat is een aspect dat Chris noch ik kunnen bieden.’
Ook de wetenschapper pleit voor omzichtigheid: ‘Bovendien moeten we een verzoek indienen bij de ethische commissie, en daarvoor hebben we iemand nodig die het project voordraagt. Maar de arts mag dat niet doen, want op zich heeft ons project geen zuiver medisch doel. Verder is de persoonlijke informatie die we krijgen volledig anoniem: de patiënten hebben codes die wij niet kennen. De wetenschappers mogen geen rechtstreeks contact hebben met de patiënt, het contact wordt verzorgd door een tussenpersoon, bijvoorbeeld de behandelende arts.’
Die legitieme bezorgdheden dwingen hen om uiterst zorgvuldig te werk te gaan bij het opstellen van het protocol, maar er lijken zich toch mogelijkheden aan te dienen: ‘De meest realistische optie is misschien om patiënten met hun organoïde te confronteren wanneer ze in remissie zijn. Die patiënten zijn emotioneel minder kwetsbaar en als je die dan voorstelt om de doorstane ziekte te visualiseren kan hen dat helpen om inzicht te krijgen in wat er allemaal gedaan is.
Daarnaast is dat ook wetenschappelijk interessant, want wij begrijpen niet altijd waarom de combinatie van bepaalde geneesmiddelen wel en andere combinaties niet geholpen hebben om de remissie van de patiënt te bewerkstelligen. Zelfs wanneer de tumor verdwenen is, is het zinvol om de organoïde te bewaren. Zo kunnen we proberen de oorzaak ervan te achterhalen om later andere patiënten efficiëntere behandelingen voor te kunnen stellen,’ zegt de wetenschapper.
Hoe zullen de resultaten van de residentie in BOZAR gepresenteerd worden?
Je hebt het al begrepen, de definitieve vorm van het project ligt nog niet volledig vast, maar één ding is zeker: het resultaat zal anders zijn dan de artistieke werken die Sandra Lorenzi tot dusver heeft gecreëerd: ‘Het is niet de bedoeling een nieuw kunstwerk te creëren, ik wil de ervaring en de ontmoeting documenteren. We zouden de patiënt en de organoïde kunnen samenbrengen en dat filmen, en focussen op de handen, de ogen en de manier waarop de patiënt die ervaring beleeft.’
Een tastbare emotie die de kunstenares gevoeld heeft toen zijzelf kennismaakte met het wetenschappelijk laboratorium en voor het eerst de organoïden zag die het laboratorium bestudeert: ‘Chris heeft me met een microscoop de kankercellen laten zien. Dat klinkt misschien als een onbeduidende ervaring, maar het is echt onthutsend.
Het heeft me heel diep geraakt en een heleboel vragen opgeroepen. Je staat voor een levend iets, maar het is geen lichaam. Het is alsof je eindelijk oog in oog staat met de vijand. En die vijand is van niemand, want hij staat helemaal los van een lichaam, maar hij is er wel. En tegelijk is die vijand niet kwaadaardig, want hij dient de wetenschap.’
Een dubbelzinnigheid die ook haar artistieke creativiteit voedt: ‘Ik vraag me af welke cultuur er kan voortvloeien uit die aanblik van kankercellen. Ik wil de ervaring van onze gelijktijdigheid combineren met nieuwe mythologieën om ons los te weken van het christelijke erfgoed dat lichaam en geest radicaal van elkaar scheidt.
Ik denk dat we tegenwoordig afstand aan het nemen zijn van dat dualistische concept. Zo probeer ik denkbeeldige werelden te scheppen die minder binair en manicheïstisch zijn, die ons helpen om de vragen van onze tijd beter te begrijpen. In dat soort aanpak zie ik een overeenkomst tussen kunstenaars en wetenschappers: je aandacht richten op iets wat tegenstribbelt en vragen stellen. Onze methodes en onze doelstellingen verschillen, maar dat is nu net waar het boeiend wordt, want ik heb de methodologie van Chris nodig om het protocol uit te werken.’
Jean-Christophe Marine is al net zo enthousiast over de noodzakelijkheid van die complementariteit: ‘Zowel wetenschappers als kunstenaars zijn erg nieuwsgierig en willen dingen begrijpen. Het is boeiend om te zien hoe we vanuit hetzelfde onderwerp vertrekken en toch heel verschillende pistes bewandelen.’
Het is die complementariteit die hun project zo interessant maakt. Ontdek het in 2022 tijdens de tentoonstelling Studiotopia in BOZAR en volg hun project via de website studiotopia.eu.
Meer weten over …
Studiotopia
STUDIOTOPIA is een initiatief dat samenwerking wil aanmoedigen tussen culturele instellingen, onderzoeksinstituten, universiteiten, innovatiecentra, kunstenaars en burgers. Het initiatief wordt mee gefinancierd door het programma Creative Europe en acht Europese culturele instellingen werken eraan mee: het Paleis voor Schone Kunsten (BOZAR) en GLUON in Brussel, Ars Electronica in Linz, het Cluj Cultural Centre in Cluj, het Laznia Center for Contemporary Art in Gdansk, Onassis Stegi in Athene, de Vrije Universiteit Amsterdam en Laboral in Gijon. Gedurende de looptijd van dit initiatief (2019-2022) biedt STUDIOTOPIA bij de partnerinstellingen een waaier van activiteiten aan: residenties, tentoonstellingen, pop-up labs, workshops en lezingen. Tijdens residenties die 17 maanden duren, brengen 13 teams verspreid over heel Europa 25 wetenschappers en 13 kunstenaars of kunstenaarscollectieven bij elkaar om samen projecten uit te werken die kunst en wetenschap dichter bij elkaar brengen. Ter afsluiting van de residenties zullen de resultaten van die samenwerkingen in de verschillende partnerinstellingen tentoongesteld en aan het publiek voorgesteld worden.
Meer info op https://bitly.com/studiotopia
En het VIB Grand Challenges Program
Het VIB (Vlaams Instituut voor Biotechnologie) is de wetenschappelijke partner van deze art&science residentie. Die maakt deel uit van het VIB Grand Challenges Program, dat de maatschappelijke impact van het VIB wil vergroten door interdisciplinaire en grensverleggende onderzoeksprogramma’s te steunen, en dat in de meest uiteenlopende domeinen, zoals innovatieve behandelingen, epidemiologische controle, duurzame landbouw en gerichte behandelingsstrategieën. De onderzoekers streven ernaar hun ontdekkingen ten dienste te stellen van de patiënten en de hele samenleving. Professor Sofie Bekaert, coördinator van het Grand Challenges Program, benadrukt: ‘Het residentieprogramma met kunstenaars is een sprong in het onbekende, de ultieme vorm van interdisciplinariteit. Zowel de taal, instrumenten, esthetiek en ethiek van beide disciplines zijn heel verschillend, maar ze behoren allebei tot de meest creatieve. Wij denken dat die interactie tot nog meer creativiteit zal leiden en een aanzet zal zijn tot zichtbaarheid en een dialoog met alle deelnemende partijen en het grote publiek in het algemeen.’
Meer info op https://vib.be/grand-challenges-program