El Bach-Siranossian

Gepubliceerd op - Luc Vermeulen

Een muzikale reis van het Oosten naar het Westen

Ontmoeting met Abdel Rahman El Bacha en Astrig Siranossian

De Franse pianist Abdel Rahman El Bacha, geboren in Libanon, en de Franse cellist Astrig Siranossian, geboren in Armenië, vieren de ontmoeting tussen Oost en West in een recital dat gekoppeld is aan de tentoonstelling "Alexandrië: vervlogen toekomsten". Deze twee laureaten van de Koningin Elisabethwedstrijd (respectievelijk 1978 en 2017) keren terug naar Bozar met een heel persoonlijk programma vol Levantijnse en Europese muziek.

Hrair Sarkissian, Background, 2013, Duratrans (Backlit) C-print, courtesy of the artist

Dit artikel kadert in

Alexandrië: vervlogen toekomsten

Hoe hebben jullie elkaar ontmoet, als mens en als muzikant?

Abdel Rahman: Ik leerde Astrig kennen in 2016, in Nîmes, tijdens een vrij podium waarop ook jonge muzikanten waren uitgenodigd. Toen we samen speelden, merkten we dat we dezelfde gevoeligheden hadden.

Astrig: We konden het meteen goed met elkaar vinden, zowel op menselijk als muzikaal vlak. We ontdekten dat we veel gemeen hebben, waaronder het geboorteland van mijn moeder, Libanon. Ik hield ook van onze benadering van de werken die we speelden. Later namen we deel aan een concert voor Libanon, na de ontploffingen in de haven van Beiroet op 4 augustus 2020. Het was ontzettend ontroerend, vooral omdat we voor het eerst Abdel Rahmans composities speelden. Ik ontdekte zijn wereld en was zeer ontroerd door de melodieuze rol die hij aan de cello koppelde.

 

Hoe zouden jullie die gevoeligheid die jullie samenbrengt concreet beschrijven?

Abdel Rahman: Wij delen een muzikale interpretatie die gebaseerd is op emotie, waarbij het intellect in dienst staat van het gevoel en niet andersom. Daarnaast is de manier waarop we de vocaliteit van muziek opvatten zeer vergelijkbaar. Ik ben geboren in een familie waar de 'stem' heel belangrijk was: mijn moeder was een professionele zangeres en mijn vader was componist.

Astrig: Zang is altijd sterk aanwezig geweest in mijn familie en in mijn werk, voor mij is het een soort verlengstuk van mijn cello. En ik heb zelf altijd bewondering gekoesterd voor Abdel Rahman, een groot pianist. Hij heeft een sterk ontwikkeld gevoel voor melodie. Zijn fijngevoeligheid stemt uit een grote zachtheid, een gevoel voor harmonie. Er is niets ordinairs aan. Er heerst een bescheidenheid en verfijning in zijn spel en muziek, het lijkt wel kantwerk. Ik hou ook van zijn ruimdenkendheid.

Hoe stelden jullie het programma voor dit recital in de marge van de tentoonstelling Alexandrië: Vervlogen Toekomsten samen?

Abdel Rahman: We werden gevraagd een evenwicht te vinden tussen Midden-Oosters en Westers geïnspireerde werken. Daarvoor konden we een beroep op onze eigen tradities. Astrig bracht Armeense melodieën aan, die ook in Egypte voorkwamen. Komitas, een 19e-eeuwse priester-muzikant die Armeense melodieën verzamelde, woonde in Alexandrië –  toen deel van het Ottomaanse Rijk.

Astrig: Er zijn al heel lang uitwisselingen tussen Armenië en Egypte. Tot de tijd van Komitas woonden er veel Armenen in Egypte. Er waren bijvoorbeeld bekende Armeense oudmakers en oudspelers. Komitas is zo belangrijk omdat hij de melodieën verzamelde van religieuze minderheden (niet alleen Armeense, maar ook Koerdische en Syrische) die tijdens de genocide van 1915 zijn verdwenen. Dat bewijst het: zelfs als monumenten of steden worden vernietigd, sterft de muziek niet, zolang we ze blijven spelen.

 

Welke Armeense melodieën hebben jullie gekozen?

Astrig: Het zijn stukken die gaan over de Anatolische natuur, geharmoniseerd door Komitas. In werkelijkheid zijn het kuise metaforen voor de menselijke liefde. Ik heb die vocale stukken gearrangeerd voor cello en piano, maar soms leen ik er ook mijn stem aan. Ik zal ook de Suite pour Sévane spelen, een suite van Armeense volksmelodieën die ik samenstelde uit werken van Komitas, Krikor Naregatsi en melodieën die ik als kind hoorde. Sevan is de naam van het grootste meer van Armenië, maar ook een androgyne naam die veel Armeense symboliek meedraagt.

Astrig Siranossian - Duo Solo
Astrig Siranossian - Duo Solo © Alpha Classics - Outhere, 2022
De culturele ontmoeting is geen wonder, als zij voortkomt uit de wil om open te staan voor de ander.
- Abdel Rahman El Bacha

Bestaat er ook een sterke culturele band tussen Libanon en Egypte?

Abdel Rahman: Beiroet en Alexandrië liggen cultureel dicht bij elkaar. In Libanon kon je als kind naar Egyptische muziek luisteren en naar Egyptische films kijken. Artiesten als Oum Kalthoum traden er op. Voor dit recital heb ik me laten inspireren door Mohammed Abdel Wahab, een zeer gerespecteerde Egyptische componist en zanger, die ik mocht leren kennen toen ik vijf jaar oud was. Ik bewerkte een van zijn beroemdste liederen voor piano, dat me deed denken aan een lied uit Schuberts Winterreise. Ik heb ook van een populair Egyptisch deuntje variaties voor piano gemaakt. Ik vind het een mooi melodietje vanwege zijn eenvoud en asymmetrische snit –  het ontbreken van een metrum geeft het geheel smaak en expressiviteit. We hebben ook gekozen voor stukken voor cello en piano die mijn vader en ik samen componeerden en die een weerspiegeling zijn van de muziek van dit deel van de wereld.

Astrig: We hebben nooit eerder samen stukken van Abdel Rahmans vader opgevoerd. Ik vind het erg ontroerend om ze in het programma op te nemen.

 

Kunnen jullie de keuze van de westerse klassieke stukken toelichten?

Abdel Rahman: De muziek van Beethoven kent geen grenzen. Ze is als een venster op de mensheid en heeft in die hoedanigheid zeker een plaats in dit programma. De Vierde Cellosonate is een meesterwerk waarin het muzikale hart alles overstijgt. De sonate van Rachmaninov is een ander juweel voor cello en piano. Russische romantische componisten zoals Borodin, Rimsky-Korsakov en Tsjaikovski waren zelf ook 'oosters'. In Libanon worden die muzikanten sterk gewaardeerd, ze delen immers dezelfde gevoeligheden. Ze schreven muziek vol gevoel, vol emotie, composities die de klankkleur van de cello en de piano uitvergroten.

Astrig: Rachmaninovs schriftuur is heel vaak specifiek op de piano gericht. Maar door de sonate samen met Abdel Rahman te spelen, komt er een helderheid naar boven, een heel duidelijk en gevoelig discours.

Abdel Rahman El Bacha
Abdel Rahman El Bacha © Marco Borggreve

Gezien de vele culturele uitwisselingen en de universaliteit van bepaalde muziek, hebben we te vaak de neiging om het Oosten en het Westen tot vaste begrippen te beperken.

Abdel Rahman: Dat klopt. Terwijl er soms ook mentaliteitsverschillen zijn tussen mensen van dezelfde etniciteit, hetzelfde land of zelfs dezelfde familie. Niet alle communicatieproblemen zijn te wijten aan een cultureel verschil. Als er communicatie tussen totaal verschillende landen mogelijk is (zie bijvoorbeeld deze twee jonge Aziaten die schitterend samen Europese muziek spelen), betekent dit dat élke ontmoeting mogelijk is. De culturele ontmoeting is geen wonder, als zij voortkomt uit de wil om open te staan voor de ander.

 

Welke boodschap willen jullie met dit recital aan het publiek overbrengen?

Astrig: Als klassieke musici met diverse achtergronden vinden we het essentieel om een link te leggen met meer persoonlijke werken. Voor mij is deze artistieke benadering sterk verbonden met de cultuur van delen die duidelijk leeft in het Nabije Oosten. Het is een heel eerlijk programma dat we willen uitvoeren in het Paleis voor Schone Kunsten, een plek met een rijke geschiedenis, die voor Abdel Rahman en mij veel herinneringen oproept.