"Wij zijn Frans, onze voorouders waren Gallisch, een beetje Romeins, een beetje Germaans, een beetje Joods, een beetje Italiaans, een beetje Spaans, steeds vaker Portugees, of zelfs - wie weet? - Pools. En zit er eigenlijk ook niet al iets Arabisch in ons?" In die beroemde bewoordingen, gekruid met het vleugje ondeugendheid dat hem zo kenmerkte, sprak de Franse president François Mitterand in 1987 al over identiteit tijdens een symposium aan de Sorbonne, getiteld La France et la pluralité des cultures. En hij voegde eraan toe: "Ik zou willen dat vrouwen en mannen met verschillende binnenlandse politieke opvattingen, maar met de capaciteit om zich te verenigen (...) en te kiezen voor de eenheid die Frankrijk moet vormen, ( ...) in dit soort bijeenkomsten zouden kunnen zetelen." Die uitspraak, zoals alleen Mitterand die kan doen, mag dan al 35 jaar oud zijn, ze is actueler dan ooit. Zeker nu identiteit vaak aan bod komt in - al te vaak opgeklopte - debatten in de aanloop naar de presidentsverkiezingen. Identiteit is in Frankrijk en de meeste westerse landen een politiek bepalende factor geworden die meningen polariseert en angst en waanideeën lijkt te voeden. Alsof de groeiende complexiteit van de sociologische samenstelling van onze bevolkingen aanleiding gaf tot een dwingende behoefte om de veronderstelde onveranderlijke betekenis van onze respectieve identiteiten voor eens en voor altijd in ruimte en tijd vast te leggen. Alsof men tracht te ontkennen dat men gevormd wordt door de evolutie van een menselijke geschiedenis en geografie. Alsof identiteit uiteindelijk alleen maar rigide, ondoordringbaar, ongrijpbaar en monolithisch zou zijn.
Is identiteit werkelijk in steen gebeiteld, en enkel te herleiden tot een eenduidige en essentialiserende zuiverheid? Kunnen we identiteit daarentegen niet zien als reservoir van een veelheid aan culturele invloeden, als samengestelde constructie in verandering, die integreert terwijl ze vorm krijgt? Wie zou, zoals François Mitterrand suggereerde, eenheid zoeken vanuit een erkenning van de veelheid die eraan ten grondslag ligt? Dat zijn in ieder geval de uitgangspunten van de twee gasten op deze bijzondere avond, die vanuit hun persoonlijke parcours, hun beschouwingen en hun boeken hulde brengen aan de rekbaarheid van identiteit. Als ware het een betekenismatrix die voortdurend aan het werk is op het kruispunt van velerlei culturele invloeden, resonerend met de beweging van de werkelijkheid op een "pad dat men maakt door te gaan", volgens de prachtige formule van Antonio Machado.
Identiteit die zich niet in een hokje laat stoppen
Deze identiteit, die niet tot een essentialiserende voorstelling te herleiden is, wordt volledig omarmd door Leïla Slimani. Uiteraard is zij een Frans-Marokkaanse feministische schrijfster en het zou absurd zijn te stellen dat dit geen deel uitmaakt van haar identiteit en werk. Integendeel, ze laat haar pen er herhaaldelijk door leiden, zoals blijkt uit haar eerste gepubliceerde roman In de tuin van het beest, over vrouwelijke begeerte, en De perfecte oppas, in 2016 bekroond met de Prix Goncourt, een beschouwing in verschillende opzichten van de positie van de vrouw. Of de autobiografische trilogie Het land van de anderen, waarvan het tweede deel onlangs is verschenen, en waarin de schrijfster vertelt over "de lotgevallen van drie à vier generaties van een Marokkaanse familie, die samenvallen met de 60 jaar waarin Marokko de moderniteit is ingetreden". Maar haar opvatting over identiteit beperkt zich niet tot die referentiepunten, zoals ze vertelt in een recent interview met Figaro Madame: "Hoewel ik er erg trots op ben dat ik feministische teksten schrijf en mee die strijd voer, streef ik er niet naar beoordeeld te worden op basis van mijn gender, afkomst of sociale klasse. Ik wil beschouwd worden doordat ik creëer, zonder weggezet te worden als "vrouwelijke auteur" of "Maghrebijnse vrouw", wat op ongeveer hetzelfde neerkomt." Identiteit is immers minder een kwestie van herkomst dan van bestemming: wat nemen we mee om aan onze reis te beginnen? Wat ontlenen we onderweg aan anderen? Welke vorm willen we eraan geven? Leïla Slimani, die elke vorm van determinisme afwijst, toont ons met haar werk dat onderweg zijn veel spannender is dan de bestemming bereiken.
Op zoek naar de Zeitgeist van Europa
Deze ontwikkeling van een meervoudige identiteit, vanuit een geografie en een geschiedenis in beweging, die zich onttrekt aan opsluiting van atavismen, is wat Leïla Slimani en Olivier Guez samenbrengt. Guez' volgende boek Le Grand Tour, dat op 2 maart verschijnt, ontleent zijn titel aan zo'n praktijk uit de 18e eeuw, waarbij "jonge aristocraten vanuit Noord-Europa vertrokken naar de kusten van de Middellandse Zee. Daar gingen ze hun opleiding en kennis van de menselijke natuur vervolmaken." Voor zijn eigentijdse Grand Tour vroeg Olivier Guez aan 27 schrijvers, één uit elke lidstaat, om een kortverhaal of relaas te schrijven over "plaatsen die de Europese cultuur en geschiedenis oproepen" en waar "herinneringen, inzichten en klimaten van een Europa van vlees en bloed elkaar kruisen". In de woorden van de auteur "schetst deze bundel een aangrijpende kaart van de Europese psyche en geest vanaf de vroege jaren twintig van de eenentwintigste eeuw. Le Grand Tour is een schets van de continentale Zeitgeist." Het concept van een Europese identiteit die voortkomt uit haar culturele diversiteit is een overtuiging die diepgeworteld is in het denken van Olivier Guez. In 2013 al nodigde hij in de New York Times de Europese leiders uit om het gevoel van verbondenheid met de Unie te ontwikkelen dankzij de verscheidenheid van haar culturen, waarbij hij de beroemde woorden van Milan Kundera over Europa aanhaalde: "een maximum aan diversiteit in een minimum aan ruimte". Net als Leïla Slimani put Olivier Guez uit de eerste raakvlakken van zijn Joodse en Straatsburgse - en dus Europese - identiteit om de basis te leggen voor een werk dat openstaat voor het universele. En dus, als hij L’impossible retour. Une histoire des Juifs en Allemagne depuis 1945 schrijft, of in De verdwijning van Josef Mengele (Prix Renaudot 2017) de laatste jaren reconstrueert van de gruwelijke nazi-arts die berucht is om zijn experimenten op gedeporteerden, is dat vooral om ons over onszelf te vertellen. Omdat hij ervan overtuigd blijft dat "ons hedendaagse Europa voor een zeer groot deel wordt bepaald door wat er tussen 1914 en 1945 is gebeurd". En dat de periode meteen na de oorlog ons ook vandaag nog beïnvloedt. Een grote bekommernis die door al zijn werken loopt, en die ook terug te vinden is in de bijdrage aan de Europese identiteit van Grand Tour, luidt als volgt: "Sinds de jaren 50 bouwen we aan een monumentaal bouwwerk, maar vergeten we de fundamenten ervan te verstevigen. We bouwen toren na toren, zonder de bewoners met elkaar te verbinden; we beroven onszelf van het cement, van de banden van samenhorigheid die ons in staat zouden stellen om samen te leven en samen te dromen: cultuur."
Op 8 februari delen onze twee gasten hun visie op identiteit, die erg verschilt van de heersende populismen. "Extreemrechts heeft decennialang onze identiteit mogen indammen. Een vreselijke beproeving," betreurt Olivier Guez. Tijdens dit avondevenement in Bozar zullen de twee schrijvers laten zien hoezeer cultuur kan bijdragen tot de vorming van identiteiten, via de deugdzame werking van bestuiving en dialoog. "Dialoog, geen epiloog", zoals de betreurde George Steiner het treffend formuleerde.
In het kader van het Franse voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie